Duurzaam beleggen is aan een forse opmars bezig. Toch doen er nog steeds heel wat mythes de ronde over deze beleggingsvorm.
1. ‘Duurzame beleggingen brengen minder op’
Jarenlang waren beleggers ervan overtuigd dat ze tevreden moesten zijn met een lager rendement als ze kozen voor een duurzame belegging. Jorgen Muylaert, beleidsmedewerker van KBC: ‘Dat is een van de meest hardnekkige vooroordelen. Nochtans loopt op de lange termijn het rendement van duurzame beleggingsfondsen gelijk met dat van hun traditionele tegenhangers.’
Beheerders van duurzame fondsen onderwerpen hun beleggingskeuzes aan een dubbele analyse. Net zoals bij gewone beleggingsfondsen beoordelen ze bedrijven op basis van financieel-economische criteria, want de ondernemingen waarin ze investeren moeten financieel gezond zijn. Daarbovenop toetsen ze bedrijven ook nog aan duurzaamheidscriteria. ‘Die combinatie levert bedrijven op die beter gewapend zijn voor de uitdagingen van de toekomst’, zegt Muylaert.
2. ‘Duurzaamheid gaat alleen over het milieu en het klimaat’
Duurzaam beleggen wordt in het Engels omschreven als ESG Investing. De afkorting staat voor Environmental (milieu), Social (sociaal) en Governance (goed bestuur). Het toont meteen aan dat de impact op het milieu en het klimaat slechts een van de pijlers is van een duurzame beleggingsfilosofie.
De beheerders van duurzame beleggingsfondsen toetsen ondernemingen ook aan sociale aspecten, zoals het uitsluiten van kinderarbeid of de garantie dat werknemers de vrijheid hebben om zich te verenigen in een vakbond. Ook goed bestuur is een belangrijke parameter voor duurzame ondernemingen. Fiscale transparantie en een onafhankelijke raad van bestuur zijn slechts enkele criteria die daarvoor cruciaal zijn.
‘Duurzame bedrijven zoeken zowel welvaart als welzijn, zonder de volgende generaties in gevaar te brengen’, zegt Muylaert.
3. ‘Je hebt veel geld nodig om duurzaam te beleggen’
De minimale instapbedragen voor duurzame fondsen verschillen niet van de traditionele fondsen. Bovendien kunnen ook duurzame beleggers kiezen voor een periodiek beleggingsplan. Daarbij stort een belegger op vaste tijdstippen geld in een beleggingsfonds of een selectie van fondsen. Bij KBC kan dat al vanaf 25 euro per maand.
De bank was vorig jaar ook de eerste in ons land om een duurzaam pensioenspaarfonds op te richten. Via zo’n fonds kunnen beleggers 980 euro of 1.260 euro opzijzetten voor hun pensioen, waar bovendien nog een fiscaal voordeel aan verbonden is.
4. ‘Het aanbod is beperkt’
Door de toenemende interesse bij beleggers is ook het beleggingsaanbod fors uitgebreid. ‘Intussen trachten we van elk fonds dat we lanceren ook meteen een duurzame variant te maken. Ongeveer 40 procent van de beleggers kiest voor die laatste, wat toch illustreet dat de interesse bij beleggers sterk is toegenomen’, zegt Muylaert.
Alleen al KBC biedt bijna 100 duurzame beleggingsfondsen aan. Daarbij komen verschillende strategieën aan bod. De best-in-classfondsen selecteren de meest duurzame ondernemingen in een bepaalde sector. Themafondsen focussen zich op oplossingen voor specifieke problemen, zoals waterschaarste of klimaatopwarming.
Impact-investingfondsen beleggen in bedrijven wiens producten of diensten gericht zijn op maatschappelijke en milieuwinst, zoals bijvoorbeeld gezonde voeding of 3D-printing.
5. ‘Het dient alleen om het imago van de banken op te poetsen’
Duurzaam beleggen is niet nieuw. ‘KBC lanceerde 27 jaar geleden al het eerste duurzame beleggingsfonds in België. Duurzaamheid is dus al heel lang een aandachtspunt, alleen merken we nu wel dat onze klanten er meer voor open staan’, zegt Muylaert.
‘Daarnaast speelt een onafhankelijke adviesraad van professoren en andere experten een belangrijke rol in de manier waarop we onze duurzame fondsen samenstellen. Ze controleert de kwaliteit van ons duurzaamheidsonderzoek, volgt de duurzaamheidsimpact van maatschappelijke betwiste thema’s zoals bijvoorbeeld robotisering op. Deze experten houden m.a.w. onze blik scherp en helpen ons onze aanpak up-to-date te houden.’