Circulair ondernemen doe je samen

Energie winnen uit afval? Dat doet het nieuwe warmtenet Antwerpen Noord, het eerste open access netwerk in Vlaanderen. Een mooi voorbeeld van circulair ondernemen, waarbij de belangen van industrie, bevolking en samenleving samenkomen. Een mooi thema ook voor ons eerste duurzaamheidsevent van 2024, waarbij niet alleen de opportuniteiten maar ook de obstakels van circulair ondernemen voer vormden voor een debat met vijf ervaringsdeskundigen.

Uitdagingen van circulair ondernemen

Paul De Bruycker, CEO Indaver
Indaver is van lokale afvalverwerker uitgegroeid tot internationale speler die inzet op recuperatie van materialen, het winnen van energie uit afval en de aanleg van warmtenetwerken (zoals dat van Antwerpen Noord en Ecluse).

Alles begint bij het geloof dat circulaire keuzes op termijn meerwaarde brengen. Voor je klanten, je bedrijf en de samenleving. Wees creatief en durf over de sectoren heen te kijken.

Circulair ondernemen is niets anders dan verstandig ondernemen met een focus op de lange termijn. Je past je businessmodel aan aan andere kostendrivers dan in de lineaire economie. Circulair ondernemen daagt je uit om creatief te denken, de platgetreden paden te verlaten en over bedrijven en sectoren heen te kijken. Want circulair ondernemen draait om samenwerking en dat brengt een grotere variabiliteit met zich mee. Partners met andere processen, andere klanten en andere stakeholders maken je business complexer en veranderen je risicoprofiel.
En toch… als er in een overeenkomst waarde zit voor alle partijen, is het heel makkelijk samenwerken. Je werkt eerst de principes uit: hoe verdelen we de baten en de lasten, hoe bepalen en beheersen we de risico’s? Dan volgt een handshake en kan de uitwerking beginnen. Zulke samenwerkingen kunnen de vraag naar warmte en energie beperken, maar zeker ook het materiaalgebruik. Dé uitdaging voor de toekomst? Grondstoffen in de keten houden. Er producten mee maken die even goed zijn als virgin materials, en die er ook mee kunnen concurreren qua prijs.

Circulair ondernemen in de praktijk

Giovanni Vercammen, Group Chief Energy & Technology Officer bij Boortmalt
Boortmalt is een internationale moutproducent, ontstaan in Boortmeerbeek maar intussen een wereldspeler met globale footprint, die onder meer dankzij restwarmte van Indaver zijn CO2-uitstoot kan verlagen. Mout is de voornaamste grondstof voor de productie van bier, whisky en tal van snacks.

Blijf niet intern discussiëren maar vat de koe bij de horens. En verken je omgeving: misschien zit er wel een mogelijke partner bij je bedrijf om de hoek?

De mouterijsector is een grootverbruiker van energie, voor Boortmalt betekent dit ongeveer 2 terrawattuur per jaar, waarvan drie vierde in de vorm van warmte en een vierde in de vorm van elektriciteit. Het spreekt voor zich dat we dit verbruik verder willen verlagen en vergroenen. De samenwerking met Indaver startte met een wild idee van 2 bedrijfsleiders en het vergde heel wat tijd om tot een uitvoerbaar en vergunbaar project te komen. Decarboniseren kost immers geld, maar we vinden het zo belangrijk dat we een leidende rol willen opnemen in onze sector. Dat weerspiegelt zich in onze doelstellingen (Science Based Technology initiative): tegen medio 2030 moet onze netto CO2-uitstoot 50% lager liggen, tegen 2035 willen we klimaatneutraal worden. Je merkt, onze klimaatdoelstellingen zijn zelfs ambitieuzer dan die van de Klimaat akkoorden van Parijs (2050).
Vandaag besparen we al ongeveer 30.000 ton C02 per jaar door restwarmte van Indaver te gebruiken. Dat we de oplossing zomaar in de buurt konden vinden, was wel een ‘eyeopener’. Daarom gaan we nu altijd de buurt verkennen als we een site willen decarboniseren. Maar Boortmalt heeft niet alleen zeer veel energie maar ook zeer veel water nodig. Dat is eigen aan ons proces: gerstkorrels breng je ‘tot leven’ door ze tot driemaal toe in water onder te dompelen. Vroeger lieten we dat water telkens wegvloeien. Nu werken we aan hergebruik, via membraamfiltratie, ‘reverse osmosis’ en andere technieken. Zo willen we tegen 2030 in plaats van 3.000 liter water per ton mout beneden de 2.000 liter raken. We hebben dus ook nog eens ons eigen circulair circuitje – ook voor onze eigen restwarmte trouwens.

Circulaire kennis

Ann Wouters, program manager Thermische Energie Systemen bij VITO
VITO werkt in het kader van duurzame energie samen met onderzoeksinstellingen KUL, IMEC en UHasselt onder de vlag EnergyVille, en vertaalt onderzoek naar de praktijk door samenwerking met bedrijven.

Ga voor een WIN-WIN participatie. En laat bij onderzoeken je stem horen, zodat je mee de keuzes van morgen helpt bepalen.

In de circulaire economie werk je onder andere met reststromen. Reststromen zijn dus geld waard. Toch vinden sommigen dat die gratis moeten zijn omdat ze anders toch verloren zouden gaan. Maar dat klopt niet: om die reststromen te capteren zijn investeringen nodig. Bovendien is het een langetermijn commitment. Je zou wel, als benchmark, het principe kunnen hanteren dat een circulair product, zoals warmte uit afval, niet duurder mag zijn dan een lineair product, zoals warmte uit gas. Het ‘niet meer dan anders’-principe. Hou daarbij ook wel rekening met de maatschappelijke kost.
Circulair ondernemen hoeft overigens niet altijd grote investeringen te vergen: een energiegemeenschap oprichten of aan energiedelen doen is heel wat goedkoper dan investeren in een warmtenet. Als kmo kun je bijvoorbeeld investeren in zonnepanelen en de opbrengst ter beschikking stellen van je medewerkers. Of andersom natuurlijk.

843765236

De overheid zou wel kleinere bedrijven en gemeenten moeten ondersteunen zodat ook zij toegang krijgen tot duurzaamheidskennis en expertise. Bij VITO doen wij academisch onderzoek naar mogelijke oplossingen en testen wij hoe ver bepaalde technologieën al staan, volgens zogenaamde Technology Readiness Levels.
Ik roep hierbij meteen alle bedrijven en kmo’s op om hun stem te laten horen, zodat we ons onderzoek van meet af aan kunnen toetsen aan de praktijk. Anders lopen we het risico om met oplossingen te komen waarop niemand zit te wachten.

Circulaire community builder

Didier van Osselaer, Sustainable Transition manager bij Port of Antwerp-Bruges
Port of Antwerp-Bruges zet steeds meer in op samen werken aan en investeren in een circulaire economie.

Ga actief op zoek naar mogelijke samenwerkingsverbanden, wees open en durf kennislacunes en onzekerheden te bespreken.

Vroeger was het Havenbedrijf een landlord die zich kon beperken tot het aanleggen van dokken, kademuren en sluizen. Vandaag neemt Port of Antwerp-Bruges de rol van community builder op, we kennen onze havengebruikers en treden op als neutrale partij. We zorgen ervoor dat de bedrijven op onze site elkaar vinden. En schuiven als partner mee aan tafel om zware investeringen mee mogelijk te maken, zoals die voor Warmtenet Antwerpen Noord en Ecluse.
Daarnaast zetten wij ook erg in op het recycleren van grondstoffen. Niet alleen vanuit efficiëntie-denken maar ook vanuit geopolitieke overwegingen is circulair ondernemen een van de belangrijkste pijlers voor onze toekomstige grondstofvoorziening. Daarom geven we op de voormalige Opel-site in Antwerpen alvast ruimte aan bedrijven die grondstoffen, zoals propyleen en poly-urethaan, recycleren uit bijvoorbeeld matrassen, isolatiepanelen, autobanden… En aan bedrijven die nieuwe processen uittekenen. Maar daar stopt het natuurlijk niet. Het zal vooral uitdagend blijven om, naast ruimte en een adequaat beleid, continu toegang te kunnen creëren tot de volumes aan basismateriaal en natuurlijk ook de klanten die met gerecycleerde grondstoffen willen werken.

Circulaire overheid

Bart Martens, Environmental Policy Advisor voor de Stad Antwerpen
Antwerpen zuivert o.m. afvalwater tot koelwater voor de industrie en onttrekt daar ook energie uit. Daarnaast ondersteunt de stad warmtenetten, wind- en zonne-energie.

Probeer een matchmaker te zijn. En verlaag de drempel, zodat meer mensen in je verhaal willen stappen.

In de stad Antwerpen willen we tegen 2030 de uitstoot van broeikasgassen met minstens 50% verminderen tegenover 2005. Als we restwarmte uit het havengebied kunnen gebruiken om woningen in de stad te verwarmen, zetten we al een grote stap. Tegen 2030 moet 10% van de warmte via warmtenetten ontsloten worden. Daar heb je een kritische hoeveelheid afnemers voor nodig (zoals de sociale woningen van woningmaatschappij Woonhaven), continue afnemers (zoals Boortmalt) en stabiele ‘leveranciers’ van restwarmte (zoals Indaver).
Als de gewestelijke overheid wil dat warmtenetten zo ontworpen worden dat er later meerdere producenten en afnemers kunnen aansluiten – en dat wil ze – moet ze ook zorgen voor een stabiel subsidiekader voor de financiering van die initiële overcapaciteit. Daarnaast kan de overheid ook financieel participeren in publieke infrastructuur voor die netwerken en in installaties voor de aankoppeling van bedrijven. Dat doen wij in Antwerpen ook via financieringsholding FINEG. Daardoor lopen de kosten voor de betrokken bedrijven minder hoog op en kunnen ze deze investeringen off-balance houden.
Daarnaast is er ook een belangrijk sociaal aspect en proberen we drempels te verlagen. Zo hebben we tijdelijk de betaling van gemeentelijke opcentiemen kwijtgescholden voor bestaande eigenaarsblokken die aansluiten op het warmtenet. En tot slot: we zien veel technologische push van de overheid, maar te weinig market pull. De overheid zou bijvoorbeeld de marktvraag naar groen staal kunnen stimuleren door bijvoorbeeld naast end of life-normen ook richtlijnen te geven over het materiaalgebruik van nieuwe producten op de markt.
Een stad kan matchmaker zijn tussen vraag- en aanbodzijde van energie, maar een bredere aanpak zou nog beter zijn. Zo geven de energiebeleidsovereenkomsten die energie-intensieve bedrijven afsluiten met de Vlaamse overheid, ons heel wat data over restwarmte en warmtevragen. Een neutrale partij zou die kunnen matchen. Een soort Tinder voor warmte en energie, dàt hebben we nodig! Misschien iets voor Vito?

Meer weten over ciculaire economie? Lees zeker dit artikel.

Groepsfoto: van links naar rechts: Filip Ferrante (Senior General Manager Corporate Sustainability KBC en moderator van het debat) Wim Eraly (Senior General Manager Commercial Banking KBC), Bart Martens (Stad Antwerpen), Didier Van Osselaer (Port of Antwerp-Bruges), Giovanni Vercammen (Boortmalt), Paul De Bruycker (Indaver), Ann Wouters (Vito), Johan Thijs (CEO KBC Groep) en David Moucheron (CEO divisie België KBC Groep)

Wil je ook duurzamer en circulair ondernemen?

Praat erover met je relatiebeheerder of laat je inspireren door de testimonials van andere ondernemers, lees onze artikels, herbekijk een webinar of de maandelijkse vlog van Hans Dewachter, volg ons op LinkedIn-kanaal KBC Onderneemt, en ontmoet ondernemers en experten op één van onze events. In het najaar organiseren we een tweede sustainability event.

Disclaimer:
Tenzij uitdrukkelijk anders bepaald, heeft alle informatie die u hier raadpleegt of verkrijgt een vrijblijvende en zuiver informatieve waarde. Ze wordt naar best vermogen en op regelmatige tijdstippen bijgewerkt. KBC Bank NV geeft echter geen garanties wat betreft de actualiteit, accuraatheid, correctheid, volledigheid of geschiktheid voor een bepaald doel van deze informatie. De hier verstrekte informatie vormt geen advies of verkoopaanbod van producten of diensten en is niet bestemd voor commercieel gebruik. U blijft zelf volledig aansprakelijk voor de gevolgen van het gebruik dat u van deze informatie maakt. De intellectuele eigendomsrechten op de informatie, publicaties en gegevens die hier verstrekt worden, komen toe aan KBC Bank NV of aan derden en u moet zich onthouden van elke inbreuk hierop. Behoudens de uitdrukkelijk voorafgaande en schriftelijke toestemming van KBC Bank NV is elke overdracht, verkoop, verspreiding of reproductie van deze informatie verboden.