Interview met Jo Van Ginderachter (VUB)
Immuuntherapie is zeer veelbelovend in de strijd tegen kanker
Iedereen kent de 3 klassieke methodes om een kanker te bestrijden: operatief ingrijpen, chemotherapie en radiotherapie of bestraling. Sinds een tiental jaar is daar een vierde methode bijgekomen: immuuntherapie. Een labo dat daarin baanbrekend werk verricht, is dat van professor Jo Van Ginderachter. "Het achterliggende idee van immuuntherapie is om het immuunsysteem te boosten zodat het kankercellen beter herkent en ze nadien vernietigt."
Jo Van Ginderachter is professor immunologie aan de VUB en hoofd van het labo Cellulaire en Moleculaire Immunologie. Daarnaast is hij als group leader verbonden aan het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB). Zijn specialisatie is de werking van het immuunsysteem. "Het onderzoek in ons labo spitst zich toe op bepaalde celtypes in het immuunsysteem, de myeloïde cellen. Die spelen een rol in normale weefsels maar ook bij sommige ziektes waarvan kanker een belangrijke is. Het zwaartepunt van ons onderzoek ligt bij kanker."
Wat doet immuuntherapie precies?
"Kankercellen zijn geen normale cellen, ze hebben wijzigingen of mutaties ondergaan in hun DNA. Ze hebben vaak bepaalde moleculen die vreemd zijn aan ons lichaam. Ons immuunsysteem herkent en vernietigt wat vreemd is aan ons lichaam.
Maar bij kanker werkt het niet altijd zo goed. Kankercellen zijn wel een beetje gewijzigd maar lijken nog op normale cellen en dat bemoeilijkt de zaak. Bovendien zetten kankercellen en tumoren allerlei mechanismen in gang om de werking van het immuunsysteem te onderdrukken. Het achterliggende idee van immuuntherapie is om het immuunsysteem te boosten zodat het kankercellen beter herkent en ze nadien vernietigt."
Hoe werkt dat boosten van het immuunsysteem?
“De veruit meest gebruikte vorm van immuuntherapie zijn de immune checkpoint blockers, ze blokkeren de immune checkpoints. Wat wil dat zeggen? In ons immuunsysteem hebben we killercellen die de vreemde moleculen op een kankercel herkennen en een mechanisme in gang zetten om die cel te doden.
We weten dat veel killercellen wel degelijk op de kankercellen afgaan maar dat hun functie ter plekke wordt uitgeschakeld: ze zijn dus waar ze moeten zijn maar doen hun werk niet. Dat komt omdat bepaalde eiwitten op het oppervlak van de killercellen, de immune checkpoints, het signaal geven dat de killercel afgeschakeld mag worden. De immuuntherapie houdt in dat we antistoffen toedienen die de functie van die eiwitten blokkeren. Daarom spreken we over immune checkpoint blockers. Ze zorgen ervoor dat de killercellen blijven werken of opnieuw in gang schieten.”
Waarom geven die eiwitten het signaal dat de killercel uitgezet mag worden?
“Dat is eigenlijk een mechanisme dat inherent is aan de werking van ons immuunsysteem. Als we een virale infectie hebben worden killercellen ook geactiveerd. Ze herkennen en doden cellen die door het virus geïnfecteerd zijn. Dan is het natuurlijk niet de bedoeling dat die killercellen voor eeuwig en altijd actief blijven. Die moeten hun job doen en na 1 of 2 weken terug naar rusttoestand gaan. Hetzelfde gebeurt in een tumor en de kankercellen bevorderen dat door nog eens extra signalen te geven. Maar bij kanker willen we de killercellen natuurlijk veel langer actief houden.”
Kan immuuntherapie tegen alle vormen van kanker ingezet worden of zijn er bepaalde tumoren waartegen ze beter werkt dan bij andere?
“Er wordt onderzoek gedaan naar ongeveer elk type kanker, omdat immuuntherapie veelbelovend is. Het kankertype waar immuuntherapie momenteel de meeste impact heeft, is melanoom, een vorm van huidkanker. Daar maakt ze een zeer wezenlijk verschil. Ook voor longkanker wordt immuuntherapie al terugbetaald.”
Is immuuntherapie combineerbaar met chemo- en radiotherapie?
“Oorspronkelijk werd gedacht dat dit niet zou lukken omdat het immuunsysteem niet bepaald beter wordt van chemotherapie of bestraling. Inmiddels weten we dat het wel kan en loopt er veel onderzoek naar de ideale manieren om de verschillende therapieën te laten samenwerken.”
Waar gaat de aandacht van uw onderzoeksteam momenteel naar toe?
“We onderzoeken het meest niet-kleincellig longcarcinoom, dat is de meerderheid van de longkankers, en triple negatieve borstkanker, het type borstkanker dat momenteel het moeilijkst te behandelen is en de slechtste prognose heeft. Maar wij zijn vooral geïnteresseerd in het efficiënter maken van de immuuntherapie, niet per se gelinkt aan bepaalde kankertypes.
We willen vooral nieuwe mechanismen onderzoeken. We werken rond 2 centrale concepten. Mensen denken dat een tumor een bolletje kankercellen is, maar niets is minder waar. Een tumor is een zeer complexe micro-omgeving, te vergelijken met een orgaan dat volop in ontwikkeling is. Daar zitten allerlei cellen in. Sommige gaan de werking van het immuunsysteem proberen te onderdrukken, andere gaan dat immuunsysteem net proberen te helpen. Wij onderzoeken hoe die 2 soorten cellen precies werken en hoe we de eerste soort kunnen tegenwerken en de tweede soort kunnen stimuleren. Dat zijn de 2 benaderingen.”
Heeft immuuntherapie ook negatieve bijwerkingen?
“Die zijn er zeker. Als je killercellen zeer sterk activeert, is dat potentieel gevaarlijk. Een van de meest voorkomende negatieve neveneffecten zijn zware ontstekingsreacties, onder andere in de darmen. En bij de behandeling van melanoom met immuuntherapie worden niet alleen de kwaadaardige pigmentcellen vernietigd maar ook de normale. Patiënten kunnen alle pigment in hun huid en hun haar verliezen. Natuurlijk houden we negatieve bijwerkingen zeer nauwlettend in het oog en die worden ook behandeld. Maar kanker is nog altijd dodelijk als hij niet behandeld wordt. Het is logisch dat bij de goedkeuring van nieuwe geneesmiddelen iets meer negatieve neveneffecten getolereerd worden dan bij bijvoorbeeld een vaccin.”
Onderzoek vraagt veel middelen. Hoe wordt het gefinancierd?
“Wij zijn een VIB-labo. Het VIB wordt Vlaams gefinancierd en verdeelt dat geld als een basisfinanciering over de verschillende leden-onderzoeksgroepen. Elke 5 jaar ondergaan we een zeer strenge evaluatie, en dan ben je erbij of niet, het is alles of niets. Daarnaast hebben bijna alle doctoraatsstudenten in ons labo een beurs van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek. Een andere financieringsbron is Vlaio, dat gaat over samenwerkingsprojecten tussen academische onderzoekers en de industrie. Verder zijn Kom op tegen Kanker en de Stichting tegen Kanker zeer belangrijk. Financiering via de EU is moeilijker, maar niet onmogelijk. Zo behaalden we een uiterst competitieve “Innovative Medicines Initiative”-beurs van de EU, waarbij tal van Europese onderzoekers samenwerken met farmaceutische bedrijven om nieuwe oplossingen te vinden voor medische beeldvorming van immuuncellen.”
Waarop wordt uw labo beoordeeld?
“Voor het VIB zijn de key performance indicators: toponderzoek doen en publiceren op wereldniveau, tech transfer en industrial income. Er wordt samenwerking verwacht met de Vlaamse biotechindustrie, er wordt verwacht dat er contracten worden afgesloten en patenten aangevraagd. Het FWO spitst zich vooral toe op fundamenteel onderzoek en daar wegen de publicaties nog meer door. Vlaio gaat per definitie over samenwerking met de industrie. Mijn werkgever is de VUB en goed onderwijs geven is natuurlijk een van hun KPI’s.
Ken je die circusact waarbij iemand probeert om schotels op stokjes in de lucht te houden? Zo voel ik me soms. Ik zit in een split tussen onderwijs, tech transfer, projecten aanvragen, geld binnenhalen. Vlaanderen heeft heel veel goede onderzoekers, dat is goed nieuws. Tegelijkertijd is het zoeken van financiering moeilijker geworden, de omgeving is competitiever. Mijn job en die van veel collega’s bestaat voor een zeer significant deel uit het constant neerschrijven van onze ideeën en het indienen van projectaanvragen. Er zijn wel enkele mensen met een vaste aanstelling aan de universiteit, maar dat is een minderheid. Het salaris van het overgrote deel van de onderzoekers wordt betaald dankzij financiering via onderzoeksprojecten. We moeten dus voortdurend centen bij elkaar zien te krijgen. Dat zorgt voor veel stress omdat je goede onderzoekers aan boord wil houden.
Dat is het moeilijkste aspect aan mijn job. Wetenschap is mijn passie, maar zorgen dat er voldoende geld is om het personeel te houden is een grote verantwoordelijkheid.”
Kunnen we concluderen dat het kankeronderzoek nog steeds vooruit blijft gaan en dat we nog steeds terrein winnen op kanker?
“Absoluut, de overlevingsstatistieken worden gestaag beter. Het gaat niet altijd met grote sprongen, maar er zullen zeker nog grote sprongen volgen in de toekomst.”