Interview met Stefaan De Wildeman, B4Plastics
Ik wil helpen om de wereld te veranderen.
‘We leven in een situatie gebaseerd op de werkelijkheid van het verleden die te weinig rekening houdt met de werkelijkheid van morgen. Positieve impact hebben op de volgende generaties heeft mijn absolute prioriteit.’
Dat zegt Stefaan De Wildeman, stichter en director van B4Plastics uit Dilsen-Stokkem. De onderneming heeft de ambitie om de wereldwijde kunststofsector te heroriënteren naar lokale, hernieuwbare en/of biologisch afbreekbare materialen.
‘Nu hebben we het tot scale-up gebracht, maar over vijf jaar willen we het meest spectaculaire plasticbedrijf ter wereld zijn dat een product heeft in elke woning.’ Vorig jaar won B4Plastics de Food Planet Prize, de grootste milieuprijs ter wereld, goed voor twee miljoen dollar.
Wie is Stefaan De Wildeman?
Stefaan De Wildeman (47) studeerde bio-ingenieurswetenschappen aan de KU Leuven en doctoreerde aan de UGent. Hij werkte twaalf jaar voor de chemische reus DSM.
‘Ik heb er de chemische industrie van heel dichtbij leren kennen. Om als Vlaming in een Nederlandse corporate cultuur je ding te doen, is niet vanzelfsprekend. Ik werd er gelukkig wel geïnfecteerd door de microbe om biomaterialen te ontwikkelen, om mijn kennis van chemie en microbiologie aan te vullen met een derde wetenschappelijk veld, materiaalkunde. Daardoor had ik plots een vrij unieke wetenschappelijke driepikkel om unieke producten te bouwen. Ik zag waar bouwstenen voor polymeren vandaan konden komen en hoe ze achteraf weer konden afbreken. DSM is een zeer visionair bedrijf. Maar omdat de markt iets minder visionair bleek, kon ik tien jaar geleden nog niet veel aanvangen met mijn kennis en ideeën. Ik moest gewoon de stap naar een eigen onderneming zetten. Sinds bijna tien jaar heb ik een enorme drang om de wereld af te helpen van bestaande plastics. Ik ga ermee slapen en sta ermee op. Het lijkt echt mijn missie geworden. De energie neemt ook niet af, wat mij betreft houdt ze aan tot het werk af is. Die missie ontspringt uit een vorm van verantwoordelijkheidsgevoel, gekoppeld aan voluntarisme: als je iets wil, kan je het ook verwezenlijken. Ik heb die drang altijd gehad en sterk ontwikkeld in hardlopen en ligfietsen. Mijn lichaam heeft wel eens vaker aan mijn geest gevraagd of het wel gemaakt is om zo hard te lopen of te fietsen.’
Kunt u even het probleem schetsen van de wijze waarop plastics nu worden geproduceerd en gebruikt?
‘Laten we het voorbeeld nemen van de balpen die ik vastheb. Die is van fossiele oorsprong, geproduceerd op basis van olie die ergens ver weg is opgepompt. Wellicht is ze gemaakt op nog een ander continent en heeft dus een halve wereldreis gemaakt om hier op mijn bureau te belanden. Dat is geen duurzame manier om een pen te produceren. En dat is nog maar de voorzijde van het verhaal. De achterzijde is wat er gebeurt als de pen niet meer schrijft. Dan mikken we ze in haar geheel in de vuilnisemmer. We staan zelfs niet op: we mikken het er wel even in! De manier waarop we met plastic omgaan, lijkt nergens naar. We weten niet waar het vandaan komt, we weten niet waar het naartoe gaat. De plasticindustrie produceert supergoedkope polymeren zoals polyethyleen en polypropyleen, en gebruikt die zowel voor een buis die honderd jaar onder een huis moet liggen als voor een plastic zakje dat we maar een keer gebruiken en dat nooit meer afbreekt. Dat eerste is lovenswaardig en past heel goed, maar het kan toch niet dat ze nog gebruikt worden in bijna elke eenmalige voedingsverpakking? Dat is een erfenis van een fossiel, onbewust verleden. Er is dus heel vaak een complete mismatch tussen het polymeer en de toepassing ervan. De maatschappij moet het ecologische aspect dringend incalculeren. Anders zal de toekomstige rekening ons heel zuur opbreken.’
Kan het anders?
‘Als je mij nu vraagt of wij een pen kunnen maken van het gras van het veld naast ons bedrijf, dan is het antwoord: ja. En na gebruik is die ook nog afbreekbaar in de natuur. Die kennis hebben wij, maar heel de cultuur en heel de industriële keten moeten nog tot stand worden gebracht.’
Is de consument er klaar voor en bereid om meer te betalen?
‘De lage bereidheid neemt wel elke dag toe, met het verjongen van de bevolking. Maar die schroom is ook het argument van veel bedrijven om voorlopig gewoon voort te doen: ze volgen zogezegd de klant. Wel, de meest toonaangevende bedrijven ter wereld zoals Apple of Tesla werken juist omgekeerd: de consument volgt het merk. Wie wil nu zitten wachten op de consument die niet goed weet wat er met het klimaat aan de hand is en pas in actie komt als zijn huis onder water staat. Ik niet! Je wijst toch liever de weg.
Je wil toch dat de consument nieuwe, transparante, ecologische producten met een grote glimlach volgt. Het is intussen duidelijk dat de bewustwording groeit bij de consument, de motivatie is er. Maar hij moet daar natuurlijk ook iets mee kunnen aanvangen. Nu heeft hij nog te weinig kennis en handvatten om een duurzame keuze te maken. Er is ook veel greenwashing en er wordt heel handig ingespeeld op allerlei groene claims. Maar de evolutie is ingezet. Met biovoeding bijvoorbeeld gaat het de goede richting uit. Steeds meer mensen raken vertrouwd met de bioappel die iets meer kost, maar waar geen pesticiden op zitten. Biosupermarkten en -afdelingen doen het goed. Het bier, het fruit, de kaas van bij ons, de korte keten, het lokale zit in de lift. Met plastic kan hetzelfde gebeuren. Alle lichten staan op groen: de technologie is er, de motivatie bij de mensen ook, nu moeten de structuren en de bedrijven volgen.’
Hoe begint u aan uw missie?
‘Door te tonen dat het kan. Wij zijn het eerste bedrijf ter wereld dat twee jaar geleden de eerste homecompost gecertificeerde plastic rietjes ter beschikking stelde aan elke Belg via de Colruytwinkels. Rietjes die binnen de zes maanden afbreken in een milde en goede composteeromgeving thuis. Ze waren minimaal duurder dan de klassieke plastic rietjes. B4Plastics en Colruyt vormden een sterk ecologisch blok met een gemeenschappelijke visie. We laten de consument niet meer kiezen, wij hebben gekozen om enkel nog het meest ecologische te verkopen in de Colruytwinkels. Als de consument onze rietjes niet wil, moet hij maar elders gaan.
We hebben aanvankelijk vooral op de composteerbare achterzijde van de biorietjes gefocust. Aan de voorzijde was er nog verbetering mogelijk. De rietjes waren in hun eerste generatie al grotendeels van suikerbietenafval gemaakt en we waren op weg om ze voor zeventig, tachtig procent uit Europese bioafvalstromen te maken. Jammer genoeg heeft de EU intussen niet enkel alle plastic, maar ook alle bioplastic rietjes gebannen. Ik denk dat die slinger wat is doorgeslagen en dat we op termijn in de richting zullen gaan van een certificaat van marine degradable. Wat onze rietjes voor alle duidelijkheid nog niet waren de afgelopen jaren. Maar we hebben toen in elk geval getoond wat er mogelijk is. Het was goed voor het zelfvertrouwen en voor het vertrouwen van banken en partners. En de symboliek kan tellen, ik ben er nog altijd zeer fier op. Het was misschien slechts het verleggen van een steen in een rivier op aarde, maar als dit kan, dan kan er nog veel meer. De rietjes waren een precedent en daar trekken we ons aan op.’
Wat zit er nu in de pijplijn?
‘De afgelopen vijf maanden hebben we heel de plasticindustrie in kaart gebracht. Met onze polymeerarchitectuur kunnen we het grootste deel van die industrie nieuwe types plastic geven. We hebben nu een eerste demoproductie in ontwerp in België waar we op grotere schaal nieuwe polymere materialen zullen produceren. Met FortePlastics, het sterkste materiaal ter wereld dat nog afbreekbaar is in natuurlijke habitats, kunnen textiel, brandweerpakken, tapijten, touwen, visnetten, tomatenclips en nog veel meer gebruiksvoorwerpen gemaakt worden. Waar we zeer ver in staan, is trimdraad voor machines om het gras te maaien. Mensen staan er niet bij stil maar bij elke maaibeurt komen er stukjes van die trimdraad in de natuur terecht en die kilotonnen trimdraad breken in geen honderden jaren af. Op basis van extrapolatie weten we dat ons alternatief in minder dan tien jaar volledig afgebroken is. Dit is een grote stap voorwaarts. We zijn goed op weg om trimdraad op de markt te brengen gemaakt van ons afbreekbaar polymeer, samen met een trendsetter in de sector. De prijs voor de consument zal wat hoger zijn dan die van het oude product. Onze partner neemt dus een moedige beslissing om met ons in zee te gaan, want de inertie van de industrie is een grote drempel.’
B4Plastics groeit snel. Hoe financiert u die groei?
‘Elk snelgroeiend bedrijf komt op een bepaald moment voor de keuze: ofwel sta je op de rem en heb je minder geld nodig, ofwel duw je door en dan heb je middelen nodig. Dankzij prijzengeld en subsidies zijn we onze start met grote autonomie doorgekomen. We hebben er ook al heel wat tegenover gesteld: we hebben intussen de grootste merken naar België en Limburg gehaald voor nieuwe materiaalontwikkelingen. Onze opdrachtgevers zijn wel vaker de grootste bedrijven ter wereld actief in cosmetica, textiel en schoenen, tuinproducten, verpakkingen, agro enzovoort. In onze innovatie-intensieve omgeving moeten we nu verder opschalen. We staan voor een kapitaalronde. Rasechte venture capital funds passen ons niet zo goed, wel impactvolle family offices die over verschillende generaties heen kijken. Daarop willen we de volgende stappen zetten op een tempo dat de meeste garanties biedt voor de toekomst.’
Waar wilt u over vijf jaar staan?
‘Ik wil een eerste draaiende, specialty bioplastics-productie op gang trekken. Op langere termijn draait alles om impact. Ik wil het meest spectaculaire plasticbedrijf ter wereld bouwen met nieuwe ecologische producten op elke keukentafel.’