Poolse centrale bank klaar voor renteverlaging?
Centraal-Europese PMI-bedrijfsvertrouwensindicatoren boden vorige week het perfecte aanknopingspunt voor een regionale update. Kijken de grote jongens nog in de richting van een (laatste) renteverhoging of pauze, staat het vizier in Hongarije en vooral Polen duidelijk op de eerste (echte) renteverlaging gericht.
De Poolse PMI voor de verwerkende nijverheid daalde in augustus onverwacht nog dieper weg in het contractiemoeras (43.1 van 43.5). We moeten al bijna anderhalf jaar terug gaan voor de vorige positieve (>50) lezing. Voor de vierde opeenvolgende maand droegen alle (5) subindicatoren bij tot de daling: nieuwe bestellingen, tewerkstelling, productie, levertijden en prijzen (zowel in- als output). De zwakke PMI’s van juli en augustus suggereren weinig groeibeterschap en kans op recessie na een uiterst slecht 2e kwartaal (-2.2% kw/kw).
Om de groei te ondersteunen zoekt de Poolse centrale bank onder leiding van voorzitter Glapinski al een tijdje een uitweg uit haar restrictieve monetaire beleid. De Poolse centrale bank verhoogde tussen oktober 2021 en oktober 2022 haar beleidsrente van 0.1% tot 6.75% om inflatie te bestrijden. Sindsdien bleef de rente stabiel en piekte de inflatie op 18.4% j/j in februari dit jaar. Deze zomer startte de softe meerderheid binnen de Poolse centrale bank een campagne voor het startschot aan een cyclus van renteverlagingen. Als randvoorwaarde koppelde ze inflatie lager dan 10% op jaarbasis in september. Dat inflatiecijfer kwam gisteren binnen op… 10.1% j/j. Volgens de letter van de wet is niet voldaan aan de voorwaarde van Glapinski en co, maar ons buikgevoel zegt dat de combinatie met zwakkere economische cijfers en aanstaande verkiezingen (15 oktober) de balans volgende week (5 september) in de richting van een renteverlaging met 25 basispunten kunnen doen overhellen. In eerste instantie kunnen de (rente)verliezen voor de Poolse zloty nog beperkt blijven. Officiële Poolse geldmarktrentes wijzen al in de richting van renteverlagingen. Daarnaast beperkt de NBP de marktliquiditeit via andere maatregelen zoals relatief hoge reserveratio’s. Als de globale centrale banken dan ook minder hard op de rem gaan staan, hoeft EUR/PLN niet direct ver boven 4.50 door te stomen. Als de neerwaartse rentecyclus later dit jaar versnelt, kan de bodem wel van onder de voeten vallen.
De Hongaarse PMI voor de maakindustrie steeg van 45.9 tot 46.5 en blijft in contractiegebied. In tegenstelling tot Polen, is de terugval van Hongaarse inflatie minder spectaculair (17.6% j/j in augustus). De centrale bank (MNB) verlaagde deze week opnieuw haar noodrente met een procentpunt (tot 14%) en streeft een gelijk niveau met de basisrente na (13%). We vinden dat Hongaarse geldmarktrentes in een volgende fase al snel vooruit lopen op verdere renteverlagingen van die officiële rente. Zowel omwille van inflatie als omwille van de nieuwe opstoot in HUF-volatiliteit deze zomer (EUR/HUF 370-395). De MNB zal veel behoedzamer te werk moeten gaan met een eventuele start van een neerwaartse rentecyclus dan de NBP.