Naar een meer circulaire economie
De groeiende wereldbevolking en de toenemende materiële welvaart in grote delen van de wereld, zet onze planeet steeds meer onder druk. Het probleem is sterk gerelateerd aan het gangbare ‘lineaire’ economische model. Dat zorgt ervoor dat uitputting en verspilling van natuurlijke hulpbronnen, afvalproductie en milieuvervuiling op grote schaal voorkomen en zelfs toenemen. De omslag naar een ‘circulaire’ economie is een verhaal van opportuniteiten en obstakels, onzekerheden en valkuilen, dynamische effecten en een groeiend belang, ook in België.
'Van een lineaire economie naar een circulaire economie’ is in essentie de overgang van een economisch systeem gebaseerd op het principe van ‘nemen, maken, weggooien’ naar een duurzamer model waarbij producten en grondstoffen maximaal worden hergebruikt. Die lineaire economie heeft geleid tot uitputting van hulpbronnen, vervuiling en ecologische schade, terwijl de circulaire economie streeft naar het behoud van waarde door middel van hergebruik, reparatie en recycling.
In een circulaire economie zijn er 2 materiaalkringlopen: de biologische kringloop, waar reststoffen veilig terugstromen in de natuur, en de technische kringloop, waar producten en onderdelen hoogwaardig worden hergebruikt. Dit systeem is zowel ecologisch als economisch 'restauratief’ en ‘regeneratief'.
Het concept van de circulaire economie gaat echter verder dan alleen recyclage. Het bestaat uit een reeks van R-strategieën zoals Refuse (weigeren), Rethink (heroverwegen), Reduce (verminderen), Reuse (hergebruiken), Repair (herstellen-, Refurbish (opknappen), Remanufacture (opnieuw maken), Repurpose (herbestemmen), Recover (herwinnen), Recycle (recycleren), met als doel producten langer waardevol te houden. Daaraan gerelateerde concepten zoals de ‘prestatie-economie’ en de ‘deel- of wij-economie’ benadrukken het belang van samenwerking en gemeenschapsvorming binnen de circulaire economie. Ze staan voor een efficiënter gebruik van hulpbronnen en producten en het minimaliseren van distributieketens. De circulaire economie biedt dus een alternatief voor de traditionele lineaire economie door het sluiten van kringlopen en het bevorderen van duurzaamheid, waarbij economische groei hand in hand gaat met ecologisch evenwicht.
Opportuniteiten en obstakels
Er zijn verschillende redenen om de transitie naar een circulaire economie te maken. Er is niet alleen de ecologische druk. De transitie biedt ook economische kansen. Bedrijven kunnen niet alleen kosten besparen door efficiënter grondstoffen- en materialengebruik, afvalvermindering en minder transport. Ze worden ook minder afhankelijk van grondstoffeninvoer uit onstabiele landen en verminderen hun risico’s voor bevoorrading en prijsontwikkeling. Een ander voordeel zijn de nieuwe waarde proposities waarmee bedrijven zich kunnen onderscheiden. Of de verdienmodellen gebaseerd op gebruik in plaats van bezit van goederen, die ervoor zorgen dat men een langdurige en meer intense relatie met zijn klanten kan opbouwen.
Product-, proces- en systeemverbeteringen worden niet zelden aangestuurd door de circulaire economie. Door innovatie te richten op oplossingen voor grote maatschappelijke problemen, gaan economische en maatschappelijke meerwaarde hand in hand. En al blijft het economisch potentieel van de circulaire economie onzeker, er zijn kansen voor nieuwe activiteiten en innovaties.
De omslag naar een circulaire economie verloopt echter niet vanzelf en is een lang en complex traject met heel wat obstakels. De lineaire economie is diepgeworteld en vooral 'padafhankelijkheid' (‘path dependence’ of de bepalende invloed van gemaakte keuzes) belemmert de ontwikkeling van de circulaire economie. Denk maar aan boekhoudregels, wettelijke en juridische kaders die allemaal zijn afgestemd op het lineaire denken. Terwijl aanloopinvesteringen en hogere kosten voor circulaire productieketens financiële hindernissen vormen.
Er zijn ook operationele hordes te nemen, zoals afhankelijkheid van toeleveranciers en complexere handelsmodellen, terwijl technologische obstakels zoals afnemende efficiëntie van hergebruik van materialen en meer complexe recyclageprocessen een realiteit zijn. Tot slot zijn er ook sociaal-culturele obstakels zoals de voorkeur van consumenten voor nieuwe producten en de perceptie dat gerecycleerde producten inferieur zijn.
Wereldwijd perspectief
Er is heel wat meer aandacht voor circulariteit, maar op wereldniveau blijft er toch onvoldoende vooruitgang. Het aandeel van secundaire materialen in het totale materiaalgebruik neemt af, ondanks de toename in tonnage van gebruikte secundaire materialen. De Circular Economy Business Index (CEBIX) toont aan dat Europese landen en Japan relatief goed scoren, terwijl de VS en China minder goed presteren. België staat op 14 van de opgenomen 49 landen. De Global Waste Index analyseert hoe OESO-landen omgaan met afval. Zuid-Korea, Denemarken en Duitsland scoren het best, terwijl Turkije, Letland en Chili het slechtst scoren. België staat op de 11e plaats op een totaal van 38 OESO-landen.
België in EU-perspectief
Het is moeilijk om circulariteit in 1 cijfer te vatten. De Circular Economy Indicators van Eurostat geven inzicht in de tendensen en internationale verschillen op Europees vlak. In het KBC-rapport wordt België vergeleken met 3 buurlanden (Nederland, Duitsland en Frankrijk) en de EU27 op het gebied van materialenverbruik, materialenafhankelijkheid, afvalproductie, afvalbehandeling en secundair materialengebruik.
We hebben een hoge 'directe materialeninzet' per hoofd door de sterke goederenuitvoer, maar onze 'binnenlandse materialenconsumptie' is relatief laag en de 'materialenvoetafdruk' is gemiddeld in EU-perspectief. De 'materialenproductiviteit' in België en de buurlanden is toegenomen, wat wijst op een ontkoppeling van economische activiteit en materialengebruik. Nederland scoort bijzonder goed op dit gebied.
We produceren meer afval per inwoner dan het EU-gemiddelde, maar we staan wel aan de top in de EU als het gaat om recyclagegraad voor het geheel van geproduceerd afval. We presteren bovendien ook goed in de Circular Material Use Rate, met een hoge inzet van gerecycleerde materialen in verhouding tot het totale materialenverbruik.
De circulaire economie in België omvat ook onderhoud en herstelling, verhuur, deelplatforms, tweedehandswinkels, en dergelijke meer. Het aandeel van 'typische' circulaire sectoren in de totale economie en werkgelegenheid is gemiddeld in België.
Rol van de overheid
De overheid speelt een cruciale rol in de transitie naar een circulaire economie. Hoewel circulaire activiteiten toenemen, blijft de lineaire economie dominant. De overheid kan dit proces versnellen door de wetgeving aan te passen en te harmoniseren binnen de EU, door overregulering te vermijden en het gebruik van secundaire grondstoffen te bevorderen. Inzetten op sensibilisering van bedrijven en consumenten is noodzakelijk, naast fiscale maatregelen om negatieve effecten van de lineaire productie door te rekenen. De overheid kan verder optreden als facilitator voor kennis en innovatie en zelf het goede voorbeeld geven door circulaire principes toe te passen.
Sinds 2015 zet de EU in op circulariteit, met het Circular Economy Action Plan (CEAP) als recent hoogtepunt binnen de Europese Green Deal. Het CEAP richt zich op duurzame productontwerpen, afvalvermindering en het versterken van de consumentenpositie. De focus ligt op sectoren die veel grondstoffen gebruiken en er zijn concrete regels en voorstellen geïntroduceerd, zoals een verbod op het vernietigen van niet-verkochte consumptiegoederen en het recht op reparatie.
De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) stelt richtlijnen vast voor grotere bedrijven om duurzaamheid te integreren en de impact op milieu en maatschappij te beheren. Hierin zit ook een stuk rapportering rond grondstoffengebruik en circulaire economie. De EU Taxonomie biedt een classificatiesysteem voor duurzame activiteiten, waarbij circulariteit 1 van de 6 milieudoelstellingen is.
In ons eigen land werd het Federaal Actieplan Circulaire Economie goedgekeurd, met voorstellen gericht op productnormen en consumentenbescherming. Dit plan vult de regionale acties aan en wordt gecoördineerd via het Intra-Belgisch Platform voor Circulaire Economie. Vlaanderen Circulair en het Steunpunt Circulaire Economie zijn voorbeelden van partnerschappen die bijdragen aan de circulaire transitie.
We kunnen dus stellen dat ons land een sterke positie heeft in recyclage en circulair materialenverbruik, maar er is nog ruimte voor verbetering in de materialenvoetafdruk en invoerafhankelijkheid. De transitie naar een circulaire economie vereist een groeiend bewustzijn over de onhoudbaarheid van lineaire productie en consumptie. Het overheidsbeleid moet zich richten op het wegnemen van barrières en het stimuleren van circulair ondernemerschap, zonder de economische activiteit en werkgelegenheid te schaden.