Dubbele erfbelasting op gemeenschappelijke rekeningen?

Uw huwelijkspartner overlijdt. U hebt een goede verstandhouding met uw kinderen. De erfgenamen beslissen daarom om u in het bezit te laten van de gemeenschappelijke rekeningen. Zo bieden ze u als langstlevende het nodige comfort. Maar wat als u nadien als langstlevende overlijdt? Valt dan de totale waarde van die rekeningen nogmaals in de nalatenschap? En moeten uw kinderen hierop dubbele erfbelasting betalen?

De verdeling in theorie

Een voorbeeld. U en uw huwelijkspartner zijn gehuwd onder gemeenschap van goederen. Wanneer een van u beiden overlijdt, zal het gemeenschappelijk vermogen worden verdeeld. In theorie gebeurt deze verdeling in twee helften: de ene helft komt in volle eigendom toe aan de langstlevende huwelijkspartner, de andere helft valt in de nalatenschap. Op basis van het wettelijk erfrecht komt die nalatenschap in vruchtgebruik toe aan de langstlevende huwelijkspartner en in blote eigendom aan de kinderen. Het is op de helft die in de nalatenschap valt, dat er erfbelasting verschuldigd zal zijn door u en uw kinderen.

De praktijk

De praktijk leert dat de verdeling van de huwgemeenschap vaak niet of anders wordt uitgevoerd. Zo blijft de langstlevende vaak in het bezit van de gemeenschappelijke goederen en worden de banktegoeden volledig op naam van de langstlevende geplaatst. Op die manier blijft alles bij het oude zoals tijdens het huwelijk en heeft de langstlevende het nodige comfort.

Overlijden eerste huwelijkspartner

Bij het overlijden van de eerste huwelijkspartner heeft deze afwijkende verdeling van de gemeenschappelijke rekeningen geen gevolgen voor de erfbelasting. Wettelijk is het immers zo dat de langstlevende recht heeft op het vruchtgebruik van de nalatenschap van de eerststervende. De kinderen erven de blote eigendom. Dat de erfgenamen achteraf in samenspraak beslissen om de nalatenschap op een andere manier te verdelen, doet in principe geen afbreuk aan de berekening van de erfbelasting.

Let wel: we gaan ervan uit dat de partners in het huwelijkscontract of via testament niet voor een andere verdeling dan de wettelijke hebben gekozen.

Overlijden langstlevende huwelijkspartner

De zaken liggen iets anders wanneer de langstlevende huwelijkspartner overlijdt. Op dat moment bestaat een risico op dubbele erfbelasting. De rekeningen van de langstlevende zullen immers volledig belast worden, terwijl de helft daarvan oorspronkelijk afkomstig is uit de nalatenschap van de eerststervende. En dus daar ook al werd belast. Wanneer erfgenamen bij een eerste overlijden samen tekenen om de rekeningen in kwestie op naam van de langstlevende te laten staan, zijn zij zich vaak niet bewust van de fiscale gevolgen hiervan. Meer nog: vaak heeft de langstlevende deze gelden zelfs niet gebruikt.

Bewijs

Het Hof van Beroep van Gent had in haar arrest van 30-03-2021 terecht oog voor deze problematiek. Haar zienswijze werd vervolgens bevestigd door de Vlaamse Belastingdienst. Mits er bepaalde bewijzen worden voorgelegd, wordt er geen dubbele erfbelasting geheven.

De Vlaamse Belastingdienst vraagt een dubbel bewijs. Het bewijs moet worden bezorgd samen met de aangifte. Eerst moeten de erfgenamen aantonen dat de banktegoeden bij het overlijden van de langstlevende nog niet effectief verdeeld werden. Dat kan gebeuren met rekeninguittreksels.

Bovendien moeten de banktegoeden die nog niet verdeeld werden nog individualiseerbaar zijn. Werden de banktegoeden herbelegd? Dan moet in principe het verband met de oorspronkelijke rekening nog kunnen bewezen worden.

Slagen de erfgenamen in deze dubbele bewijslast? Dan krijgen de erfgenamen een vordering op de nalatenschap van de langstlevende. En de helft van de banktegoeden, die bestonden op het moment van het eerste overlijden, wordt geacht niet tot de nalatenschap van de langstlevende te behoren. Die wordt dus niet opnieuw belast.

Zijn de banktegoeden echter niet meer individualiseerbaar? Dan is de situatie nog complexer en maakt de Vlaamse Belastingdienst een onderscheid tussen overlijdens vóór en na 1 september 2021.

Opgelet, het bewijs is in de praktijk niet altijd gemakkelijk te leveren. Wij raden u dan ook aan om eerst goed na te denken als u overweegt om de gemeenschappelijke rekeningen op naam van de langstlevende partner te plaatsen. Hebt u als langstlevende partner de gelden effectief nodig? Wilt u uw erfgenamen wel opzadelen met deze zware bewijslast?

Besluit

Sta bij het overlijden van uw huwelijkspartner bewust stil bij het al dan niet verdelen van de gemeenschappelijke rekeningen. Besluit u niet over te gaan tot effectieve verdeling? Besef dan dat uw erfgenamen het risico lopen op dubbele erfbelasting. Tenzij uw erfgenamen het dubbele bewijs kunnen leveren, zoals hiervoor besproken.

Hou er rekening mee dat dit bewijs in de praktijk vaak moeilijk te leveren is. Het bewaren van de rekeninguittreksels en het aantonen van de historiek zal alvast een belangrijke stap zijn om de dubbele erfbelasting te vermijden. De mogelijkheid om het bewijs te leveren is dus veeleer een noodmiddel dan een planningstechniek.

Hebt u hierover vragen? Neem dan contact op met uw private banker of wealth manager.

Maak kennis met KBC Private Banking & Wealth
Inschrijven op onze nieuwsbrief

U mag dit nieuwsbericht niet beschouwen als een beleggingsaanbeveling of als advies.