Haal uw huwelijkscontract en testament eens van onder het stof
Als u huwt, kunt u kiezen om samen of apart uw vermogen op te bouwen en kunt u afspreken wat er met dat opgebouwde vermogen moet gebeuren als een van de partners overlijdt. U kunt dit samen vastleggen in een huwelijkscontract, al is dat niet wettelijk verplicht. Een testament is dan weer het instrument bij uitstek om uw eigen nalatenschap discreet te verdelen. Het is persoonlijk en bevat enkel uw wensen. En het is flexibel: zolang u gezond van geest bent, kunt u uw testament aanpassen.
Het is mogelijk dat uw persoonlijke situatie in de loop der jaren wijzigt. U bent al even gehuwd of u bent ondertussen gescheiden, u gaat wettelijk of feitelijk samenwonen of u bent of blijft alleen, er zijn (klein)kinderen, ... Het is bijgevolg denkbaar dat uw huwelijkscontract of testament niet meer overeenstemt met uw persoonlijke situatie of wensen, of dat het net aangewezen is er toch een op te maken. Ook kunnen wetswijzigingen ertoe leiden dat bepalingen in uw huwelijkscontract of testament achterhaald zijn of een ongewenst effect hebben.
Enkele voorbeelden
1-Bent u gehuwd onder het gemeenschapsstelsel en heeft u kinderen, dan is een keuzebeding misschien iets voor u.
Bij een overlijden erven de kinderen in principe de helft van het gemeenschappelijke vermogen in blote eigendom met een vruchtgebruik voor de langstlevende huwelijkspartner. Oudere huwelijkscontracten voorzien vaak een ruimere bescherming van de langstlevende huwelijkspartner door de zogenaamde ‘langst-leeft-al-heeft’-clausule. Dat betekent dat de langstlevende huwelijkspartner het gemeenschappelijke vermogen in volle eigendom erft. Veel comfort voor de langstlevende, maar fiscaal nadelig. De langstlevende betaalt immers successierechten op de helft die hij of zij erft van de partner (met uitzondering van onder andere de gezinswoning die vrijgesteld is). Overlijdt de langstlevende nadien, dan betalen de kinderen nogmaals successierechten op de helft die al belast werd bij het overlijden van de eerste partner.
Een keuzebeding geeft aan de langstlevende huwelijkspartner de mogelijkheid om pas na het overlijden te kiezen hoe het gemeenschappelijke vermogen verdeeld wordt. U kunt dat beding via de notaris in een huwelijkscontract laten opnemen of een bestaande clausule (zoals een ‘langst-leeft-al-heeft’-clausule) hierdoor laten vervangen.
2-Wilt u uw kinderen of uw huwelijkspartner (zo veel als mogelijk) onterven, dan kunt u via testament het erfdeel van uw kinderen of uw huwelijkspartner beperken.
Door een wetswijziging van 2018 is het beschermd erfdeel van de kinderen beperkt tot slechts de helft van uw vermogen, ongeacht het aantal kinderen dat u heeft. Stel dat u vóór de wetswijziging een testament maakte om 1 van uw 2 zonen zo veel als mogelijk te onterven, dan moet er concreet bekeken worden of de gewijzigde wet een invloed heeft op het erfdeel van uw zoon. We verklaren ons nader. Beperkte u ‘het erfdeel van uw zoon Pol tot zijn reserve’, dan is de reserveregeling zoals die in de huidige wet bepaald is van toepassing en krijgt Pol slechts een vierde. Bepaalde u in uw testament echter ‘dat aan uw zoon Pol een derde moet toekomen’ (het vroegere minimum), dan zullen niet automatisch de nieuwe regels worden toegepast, maar krijgt Pol toch nog een derde van uw vermogen. Reden om uw testament nog eens te bekijken!
Ook uw huwelijkspartner heeft een reserve. Deze heeft in principe minstens recht op het vruchtgebruik op de helft van uw vermogen met als absoluut minimum het vruchtgebruik op de gezinswoning en de inboedel. Wanneer u kinderen heeft uit een vorige relatie, kunt u in uw huwelijkscontract overeenkomen dat ook het vruchtgebruik van de gezinswoning en de inboedel niet toekomt aan uw huwelijkspartner. De langstlevende huwelijkspartner kan dan wel nog tot 6 maanden na uw overlijden in de gezinswoning blijven wonen. Het is dus mogelijk om (opnieuw) te huwen maar het erfrecht van de langstlevende huwelijkspartner zo goed als volledig uit te sluiten ten voordele van uw eigen kinderen.
3- U woont feitelijk of wettelijk samen.
Uw feitelijk samenwonende partner erft niet automatisch van u. Uw wettelijk samenwonende partner erft enkel het vruchtgebruik op de gezinswoning en het daarin aanwezige huisraad. Wilt u hem of haar meer nalaten, kunt u dat doen in een testament. Let op, heeft u kinderen, dan moet u rekening houden met het beschermd erfdeel van uw kinderen.
4-Bent u niet gehuwd en heeft u geen kinderen, dan erven uw ouders samen met uw broers of zussen uw vermogen.
Uw broers of zussen betalen echter een veel hoger tarief aan successierechten dan uw ouders: in Vlaanderen is dat 25 tot 55%, in Brussel en Wallonië 20 tot 65%. Uw ouders betalen in Vlaanderen successierechten aan een tarief van 3 tot 27% en 3 tot 30% in Wallonië en Brussel. Wanneer uw ouders nog leven, kunt u hen (of de langstlevende onder hen) alles nalaten via testament. Zij erven dan aan de voordeligere tarieven en kunnen op hun beurt plannen naar uw broers of zussen (of anderen). Dat wordt ook wel eens een ‘vrijgezellentestament’ genoemd.
Er kunnen zoals u merkt verschillende redenen zijn om uw huwelijkscontract en/of testament eens te (her)bekijken.