Met pensioen op 65 in 2025: uitbetaling IPT belast aan 16,5% i.p.v. 10,09%?

U zult het wellicht al gelezen hebben dat vanaf 1 januari 2025 de normale wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar naar 66 jaar gaat. Heeft dat ook gevolgen voor de belastbaarheid van uw IPT?

Uw aanvullend pensioen mag ten vroegste uitbetaald worden op de datum dat u uw wettelijk pensioen opneemt.

Wanneer uw verzekeraar het pensioenkapitaal uitkeert, wordt er een solidariteits- en RIZIV-bijdrage ingehouden van in totaal maximaal 5,55%. Daarna betaalt u privé op het kapitaal, behalve op de winstdeelname, nog een afzonderlijke belasting die afhankelijk is van uw leeftijd bij de uitkering. Besluit u uw wettelijk pensioen pas op te nemen op de normale wettelijke pensioenleeftijd, dan geniet u het verlaagd tarief van 10,09%.

Het pensioenkapitaal dient aangegeven te worden in de personenbelasting, waardoor er bovenop de taxatie (tussen 10 en 20%) nog gemeentelijke opcentiemen van toepassing zijn. Omdat de pensioeninstelling rekening moet houden met de eventuele gemeentelijke opcentiemen, ligt de ingehouden bedrijfsvoorheffing iets hoger. De uiteindelijke afrekening van de gemeentebelasting zal in de aanslag van de personenbelasting gebeuren.

Die bedraagt 65 jaar tot 31 december 2024. In 2025 wordt de wettelijke pensioenleeftijd echter verhoogd tot 66 jaar en in 2030 tot 67 jaar.

Inderdaad. Tenzij u al een loopbaan van 45 jaar achter de rug hebt, zult u om het verlaagd tarief te kunnen genieten vanaf 2025 moeten wachten tot u 66 jaar bent, vanaf 2030 is dat dus zelfs 67 jaar.

• Het tarief van 10,09% is alleen van toepassing als u effectief werkzaam blijft tot de wettelijke pensioenleeftijd (momenteel 65 jaar) of op de leeftijd waarop u een loopbaan van 45 jaar achter de rug hebt. Én ook effectief actief bent gebleven tot het einde van deze loopbaan. U behoudt het gunsttarief als u 65 jaar bent geworden in 2024.
• Op de belasting bent u eventueel ook nog gemeentelijke opcentiemen verschuldigd.

Bron: Larcier Intersentia

^{U mag dit nieuwsbericht niet beschouwen als een beleggingsaanbeveling of advies.}