Aftrekbaarheid van kosten voor managementdiensten
Een vennootschap draagt haar bestuur over naar een andere vennootschap, die hiervoor jaarlijks een managementfee ontvangt. Het bedrag van deze fee ligt hoger dan de lonen die de zaakvoerders voordien ontvingen. Kan de fiscus zomaar het deel van de fee dat hoger ligt dan het vroegere loon van de zaakvoerders weigeren? In het Arrest van 26 oktober 2021 bracht het Hof van beroep in Gent duidelijkheid.
Feiten
De relevante feiten van het onderliggende arrest kunnen we samenvatten als volgt: een bvba ‘A’ werd opgericht in 2006 en is actief in de sector van interieurinrichting. In 2013 richtten de aandeelhouders van deze bvba een nieuwe vennootschap ‘Z’ op, die werd aangesteld als enige zaakvoerder van bvba ‘A’. Daarna werd er ook een managementovereenkomst afgesloten tussen beide vennootschappen. Hierin voorzagen ze dat ‘Z’ het commerciële en financiële beheer zou waarnemen en dat ‘A’ de dagdagelijkse activiteiten en de administratie en boekhouding op zich zou nemen. In essentie waren dit dezelfde taken die voorheen door de natuurlijke personen werden uitgevoerd voor bvba ‘A’. Voor deze prestaties ontving vennootschap ’Z’ een vergoeding van 12.500 euro per maand. Afhankelijk van de behaalde financiële resultaten kon deze vergoeding nog worden verhoogd met een tantième. De totale vergoeding lag hierdoor hoger dan hetgeen voorheen werd betaald aan de natuurlijke personen. Die ontvingen toen afgerond 10.000 euro per maand.
Hof van Beroep Gent 26-10-2021
De fiscus aanvaardde de aftrekbaarheid van de kosten ten belope van de vroegere bezoldigingen, maar verwierp de verhoging van de managementfee omdat niet werd aangetoond dat bvba ‘A’ voor deze verhoogde vergoeding een (extra) tegenprestatie had ontvangen van vennootschap ‘Z’. Daarnaast stelde hij dat de managementovereenkomst gesimuleerd was.
Het Hof van Beroep kan zich echter niet vinden in deze zienswijze. Voor zover alle prestaties die worden opgesomd in de managementovereenkomst effectief werden uitgevoerd en ook de overige bepalingen nageleefd werden, kan bezwaarlijk gesteld worden dat de managementovereenkomst is gesimuleerd.
Wat de fiscus kennelijk vooral stoorde, was het feit dat er geen bijkomende managementprestaties tegenover deze verhoging konden worden aangetoond. Het Hof vindt deze visie echter weinig relevant. Uit de wet blijkt immers nergens dat er 'extra prestaties' moeten staan tegenover een verhoging van een managementfee. De werkelijkheid van de geleverde prestaties werd in essentie ook niet betwist door de fiscus, dit bleek onder meer uit het feit dat hij een deel van de kosten aanvaardde.
Over de marktconformiteit van de vergoeding stelt het Hof dat partijen nog altijd een zekere vrijheid hebben om de vergoeding voor geleverde diensten te bepalen. De opportuniteit van de kost voor de vennootschap, met andere woorden de vraag of de kost nuttig is voor de vennootschap, mag de fiscus ook niet beoordelen.
Terecht stelt het Hof dat zowel voor de managementvergoeding als de tantième de voorwaarden voor fiscale aftrekbaarheid van artikel 49 WIB 92 voldaan zijn, gelet op het feit dat vennootschap ‘Z’ wel degelijk de overeengekomen prestaties levert aan bvba ‘A’ en zij zelf uitgebreid kon onderbouwen dat de vergoedingen marktconform zijn.
Conclusies
Kosten zijn aftrekbaar als u als belastingplichtige onder meer kunt bewijzen dat deze gedaan of gedragen werden om belastbare inkomsten te behouden of te verwerven. De bewijslast hiervoor ligt dus bij u.
Als u prestaties levert met een managementvennootschap, dan zorgt u er best voor dat er een overeenkomst wordt afgesloten waarin de prestaties die u effectief levert nauwkeurig worden beschreven. Niets minder maar vooral niets meer.
Daarnaast is het zaak consequent te zijn en dit contract na te leven. U moet kunnen aantonen dat u daadwerkelijk de prestaties die in het contract zijn opgenomen hebt gepresteerd, bijvoorbeeld aan de hand van timesheets, agenda’s, e-mails ... Als u managementdiensten of bestuurdersprestaties levert, zorg er dan voor dat alle middelen om die diensten te leveren aanwezig zijn in de managementvennootschap (bv. computer, wagen …). Onderteken alle documenten in de juiste hoedanigheid: u werkt niet persoonlijk voor de werkvennootschap, uw managementvennootschap werkt voor deze vennootschap, met u als vaste vertegenwoordiger.
Tot slot bevelen we ook aan dat de totale vergoeding marktconform is. Op basis van een strikte lezing van artikel 49 WIB 92 is marktconformiteit niet altijd noodzakelijk vereist om als kosten te bestempelen. Toch lijkt de rechtspraak hierover niet altijd consequent.
Bovendien zijn er nog andere fiscale aandachtspunten. Een ander artikel in het fiscale wetboek bepaalt dat kosten die op onredelijke wijze de beroepsbehoeften overtreffen, in die mate niet aftrekbaar zijn. Alhoewel bepaalde rechtsleer en rechtspraak van oordeel zijn dat dit alleen speelt ten aanzien van zogenaamde statuskosten (bijvoorbeeld de Ferrari), zijn er evenzeer dissidente stemmen die stellen dat dit ook op niet-marktconforme (lees: te hoge) vergoedingen kan worden toegepast. Belangrijk verschilpunt is wel dat de fiscus in dergelijk geval het bewijs van het overdreven karakter moet leveren. Verder heeft een te hoge vergoeding mogelijk ook gevolgen in hoofde van de managementvennootschap. Voor zover deze een te gulle vergoeding krijgt is er mogelijk sprake van een ontvangen abnormaal of goedgunstig voordeel. Dit zal vooral gevolgen hebben als de managementvennootschap vrij veel kosten heeft (bv. na de financiering van een overname). Een ontvangen abnormaal of goedgunstig voordeel vormt voor de vennootschap immers de minimum belastbare grondslag, waardoor zij op het niet-marktconforme deel van de vergoeding sowieso belast zal worden, ook al is haar winst bijvoorbeeld lager. Dit laatste is wel enkel het geval als er tussen de voordeelverstrekker en de voordeelontvanger een band van wederzijdse afhankelijkheid bestaat. Ook hiervoor lijkt het ons aangewezen dat u dus kunt hard maken (bv. aan de hand van een benchmarkstudie) dat u in ruil voor uw prestaties marktconform wordt vergoed.
Het Hof bevestigt opnieuw dat ook tantièmes de toets van artikel 49 WIB 92 moeten doorstaan. Het ongebreideld toekennen van tantièmes (omdat dit strikt gezien geen kosten maar een winstverdeling is) vormt naar onze mening zeker geen aangewezen piste.
Hebt u hierover nog vragen?
Contacteer uw private banker of wealth manager. Als het nodig is schakelt hij een adviseur Ondernemingsfiscaliteit van KBC in.
Auteur
U mag dit nieuwsbericht niet beschouwen als een beleggingsaanbeveling of advies.