Brouwerij Lindemans houdt de lambiekbieren levend
Volgend jaar viert brouwerij Lindemans haar tweehonderdste verjaardag. Ze is de grootste van de 12 resterende lambiekbrouwerijen in de Zennevallei. Dirk en Geert Lindemans, 2 neven, staan als zesde generatie aan het hoofd van het familiebedrijf.
‘De voorbije halve eeuw zijn we uitgegroeid van een regionale speler tot een brouwerij met wereldwijde export en een uitgebreid assortiment aan geuze- en fruitbieren.’
In 1822 trouwde Joos Frans Lindemans met Francisca Josina Vandersmissen. De ouders van Francisca hadden een hoevebrouwerij. Toen Joos Frans in 1822 voor het eerst zelf belastingen betaalde, kreeg de brouwerij de naam Lindemans. Sindsdien is ze telkens van vader op zoon overgegaan. De landbouwactiviteiten werden al meer dan een eeuw geleden stopgezet, de huidige brouwerij staat nog altijd op dezelfde locatie.
‘Dat is geen toeval’, zegt Geert Lindemans die het familiebedrijf samen met zijn neef Dirk runt. ‘We brouwen lambiekbier volgens de methode van de spontane gisting. We voegen dus geen gist toe tijdens het proces. De gisten en bacteriën vallen spontaan uit de lucht in het brouwsel dat we maken.
Dit gebouw en deze omgeving hebben een eigen cultuur van gisten en bacteriën die zorgen voor de specifieke smaak van onze lambiek. Dat is ook de reden waarom we maar brouwen van begin oktober tot begin mei. In de winterperiode is de lucht vrij van ongewenste bacteriën en dat is dus de ideale periode om lambiek te brouwen.’
Wat is lambiek eigenlijk?
Geert: ‘In de brouwzaal koken we gemoute gerst, ongemoute tarwe en oude hop in zuiver water, dat we oppompen uit een 80 jaar oude drinkwaterlaag. Tijdens het afkoelen in het koelschip komen de wilde gisten en bacteriën ’s nachts in het wort.
Daarna wordt het brouwsel op vat bewaard voor minstens 6 maanden tot zelfs 3, 4 jaar. Zo lang doen de gisten en bacteriën over de fermentatie. Het resultaat is lambiek met een zeer specifieke, eigenzinnige smaak.’
Dirk: ‘Lambiek is plat, het bruist niet. Je kunt een oude lambiek van 3 jaar mengen met een jonge lambiek van 1 jaar, die nog wat vergistbare suikers heeft. Dan volgt een spontane hergisting op fles, en krijg je een sprankelende oude geuze. Die kan je nog 20 jaar bewaren.
Je kunt aan lambiek ook fruit toevoegen. We zijn begonnen met Schaarbeekse krieken en lambiek van 6 maanden oud. Dan krijg je een hergisting op vat door de krieken die suiker bevatten. Als je die na een jaar nog een derde keer laat hergisten op fles, heb je oude kriek, fris-zurig en wat fruitig. Maar we hebben ook jonge kriek die we niet laten hergisten op fles door hem te pasteuriseren. Dat is een veel fruitigere kriek.’
Geert: ‘Die laatste kriek is destijds ontstaan doordat een deel van onze flessen het transport naar de VS niet overleefde. De golven verhevigden de hergisting op fles, de flessen barstten of de kurken vlogen eraf. De pasteurisatie zet de gisting stop. Intussen weten we al hoe we de hergisting onder controle kunnen houden, zodat we ook oude geuze en oude kriek kunnen exporteren naar de VS of Japan.’
Jullie zijn gebonden aan de locatie. Vormt dat geen rem voor de groei van het bedrijf?
Dirk: ‘We zijn gevestigd in agrarisch gebied, alle uitbreidingsmogelijkheden op deze locatie zijn uitgeput. Door de lange fermentatietijden hebben we een lange stockage. Ook dat zorgt ervoor dat we niet oneindig kunnen blijven groeien in lambiekbieren.’
Geert: ‘Daarom zijn we een nieuwe brouwerij aan het bouwen, even verderop in Ruisbroek aan het kanaal. We zullen daar geen lambiekbieren brouwen, maar afgeleiden ervan. Uit de bibliotheek van gisten en bacteriën die in onze lambiek zitten, zullen we er enkele selecteren. Die zullen de nieuwe bieren bepaalde smaken en aroma’s geven. Het worden dus lambiekachtige bieren, maar we gaan geen procedé volgen van de spontane gisting.’
Dirk: ‘We nemen de nieuwe brouwerij eind dit jaar in gebruik. Daarmee kunnen we ons assortiment uitbreiden, creatief en innovatief blijven met nieuwe trends, en blijven inspelen op de vraag en smaak van consumenten.
In Ruisbroek zullen we ook plaats hebben om onze lambiek uit Vlezenbeek te stockeren. Dat wil zeggen dat er hier meer ruimte komt voor de lambiekbeleving. Voor corona ontvingen we veel a we nog uitbreiden. Bezoekers uit binnen- en buitenland zijn gefascineerd door de geschiedenis van de lambiek.
Jullie zijn de zesde generatie Lindemans. Was het vanzelfsprekend dat jullie het bedrijf zouden overnemen?
Geert: ‘De vader van Dirk en mijn vader, 2 broers, waren onze voorgangers. We zijn opgegroeid in de brouwerij. Toen we jong waren, kwamen we hier ravotten en kampen bouwen. Later begonnen we mee te helpen, in het weekend en tijdens de vakantie. Toen we hier voltijds begonnen te werken, kenden we de brouwerij vanbinnen en vanbuiten.’
Dirk: ‘Ze was toen nog veel kleiner dan nu. Er waren maar een 5-tal personeelsleden. Pas in de jaren 1960 zijn mijn oom en mijn vader hun eigen bieren beginnen te bottelen. Daarvoor brouwden ze alleen lambiek voor andere brouwerijen en voor zogenaamde 'lambiekstekers'. Die kochten lambiek bij andere brouwers om hun eigen geuze te maken. Toen we na onze studies in het bedrijf stapten, begon ook de export op gang te komen, zeker naar Frankrijk en de VS. Om te blijven groeien was er een nieuwe brouwzaal nodig. Die investering heeft de vijfde generatie pas gedaan toen ze wist dat met Geert en ik de opvolging verzekerd was.’
Geert: ‘De brouwerij was op dat moment op veel vlakken aan modernisering toe, de automatisering van de productie stond nog in de kinderschoenen.’
Dirk: ‘Ook de administratie gebeurde op papier, we hadden nog geen computer. Ik ben me op de administratie, het commerciële en de marketing gaan toeleggen. Geert focust zich meer op de productie.’
Geert: ‘Tot eind de jaren 1990 leverden we in eigen land vooral aan drankenhandelaars en horeca. Maar toen hebben we ook voet aan de grond gekregen bij de grootwarenhuizen. Delhaize was de eerste om onze kriek een kans te geven, dat liep meteen als een trein. We konden amper volgen. Uitbreiding was een must, maar dat was allesbehalve vanzelfsprekend op deze locatie. Na een procedure van 7 jaar, kregen we eindelijk onze vergunning.’
Was de vorige generatie op dat moment ook nog aan boord?
Geert: ‘Absoluut. Wij zijn pas in 2006 aan het hoofd van het bedrijf gekomen. Mijn vader is trouwens nog altijd vicevoorzitter van onze raad van bestuur.’
Dirk: ‘In de jaren voordien was een grote brouwerij zeer geïnteresseerd om Lindemans over te nemen. Mijn vader en oom vroegen zich af of dat niet het eenvoudigste zou zijn: verkopen en het geld verdelen onder hun kinderen.
Maar Geert en ik vroegen ons af wat we dan zouden doen met ons deel van de opbrengst. Een nieuwe brouwerij starten? We hadden er al een die goed draaide en bovendien zouden we dan onze naam kwijt zijn.
Professor Jan Delcour, die nu onze raad van bestuur voorzit, heeft de vijfde generatie ervan kunnen overtuigen om goed na te denken over opvolging, met professionele begeleiding. Uiteindelijk bleek de overdracht aan de volgende generatie toch niet onoverkomelijk. Geert en ik hebben alle aandelen overgenomen en onze broer en zussen uitgekocht. Vandaag bezitten we elk de helft van de aandelen.’
Hoeveel medewerkers heeft Lindemans vandaag?
Dirk: ‘Een vijftigtal. Ze zijn vooral actief in de productie. De ondersteunende diensten zijn heel klein. Voor ICT, boekhouding en communicatie hebben we externe partners.’
Geert: ‘Voor de tweede brouwerij in Ruisbroek zullen we natuurlijk bijkomende mensen nodig hebben.’
Staan jullie zelf nog veel in de brouwerij?
Geert: ‘Steeds minder. Vroeger deden we alles mee met de medewerkers. Door de groei is er een tussenlaag van leidinggevenden gekomen op de werkvloer. Zij weten beter dan wij hoe processen lopen. De afstand met de medewerkers is dus wel wat gegroeid, maar we blijven een familiebedrijf. We kennen iedereen bij de voornaam en we worden ook aangesproken als Dirk en Geert.’
Dirk: ‘Ook met 2 brouwerijen willen we de familiaire sfeer en verbondenheid behouden. We willen op de beide plekken een mix van nieuwe en oude medewerkers, en voldoende mobiliteit tussen de werkplekken. We willen absoluut 1 team blijven.’
Wilt u graag meer informatie hierover? Uw private banker of wealth officer helpt u graag verder.