Water wordt een Vlaams exportproduct
In het landschap van innovatieve Vlaamse milieutechnologiebedrijven is Ekopak geen nieuwkomer meer. Ekopak zet zichzelf wereldwijd op de kaart met zuiver water – en dát wordt de volgende decennia net zo belangrijk als minder CO2-uitstoot. Een Vlaams bedrijf met globale ambities, aanbeland op een boeiend kantelpunt na de overname van waterzuiveraar GWE? Pieter Loose, 10 years on als CEO van Ekopak: ‘Alle puzzelstukjes vallen samen’.
Ekopak was voor de komst van CEO Pieter Loose een kleine West-Vlaamse specialist in ultrapuur proceswater. ‘Ik heb Ekopak overgenomen in 2013, maar het bedrijf bestond al’, preciseert Pieter Loose. ‘Ik was er al bij sinds 2010. Met de overname introduceerden we ook een nieuwe visie. Water is een schaars product: dat moest de kern van het businessmodel worden. De enorme vraag naar gezuiverd water was er al én we hadden onze netwerken in de industrie. Maar we moesten op zoek naar andere bronnen en andere methodes voor het eindproduct. De oplossing werd de upcycling van huishoudelijk afvalwater.’
U bent industrieel ingenieur en u hebt in Duitsland en in Brazilië gestudeerd. Was er toen al sprake van een watercarrière, of kwam dat pas door Ekopak?
‘Ik wilde vooral innoveren’, blikt Loose terug. ‘Ik trok naar Duitsland voor mijn thesis. Daar vond ik een promotor die brood zag in een onderzoek naar een alternatief bouwmateriaal. In Brazilië ben ik daar mee doorgegaan. De academische wereld ging me sowieso te traag, ik wilde concrete, tastbare resultaten. Met die ingesteldheid ben ik in 2010 bij Ekopak gaan werken. Met vragen als: zijn we innovatief genoeg? De sprong maakte ik om mijn dromen te kunnen najagen. Ik heb de lange weg gekozen, maar we hebben een duidelijk plan dat vruchten begint af te werpen.’
Ekopak is een circulair businessmodel. Het levert Water-as-a-Service (WaaS), via installaties die afvalwater weer omvormen tot ultrapuur proceswater op maat van de toepassing die nodig is. Bedrijven betalen via een soort van leasingformule enkel voor het verbruik. Het model maakt klanten onafhankelijk van het drinkwaternet. Hoe werkt het?
‘Circulair watergebruik is inderdaad onze core’, zegt Loose. ‘Afvalwater – of liever: de grondstof – zetten we opnieuw in, zodat het waterverbruik daalt. Maar Ekopak heeft ook een circulair businessmodel. Een lineair businessmodel is gebaseerd op verkoop. Steeds sneller en steeds meer consumables produceren, leidt uiteindelijk tot te veel druk op de grondstof. Wij leveren water tegen een vaste prijs, waarbij we zorgen dat we zo weinig mogelijk producten of productiemiddelen – denk aan chemicaliën of filters – nodig hebben. In dat model, dat we water-as-a-service (WaaS) genoemd hebben, bouwen wij off-site of on-site bij de klant onze installatie om water van topkwaliteit én met een zo klein mogelijke waterafdruk te leveren.’
Waarom zijn bedrijven eerder geneigd om in het Water-as-a-Service model in te stappen?
Pieter Loose knikt: ‘Het is een heel andere manier van werken dan 10 jaar geleden, toen we nog installaties verkochten. Eigen aan waterbehandeling is dat de bron continu verandert van kwaliteit. Dat is extreem complex om te beheren. Het komt aan op minuscule evenwichten. Er zijn zoveel variabelen dat het voor bedrijven niet houdbaar is om dat zelf te opereren. De operationele ontzorging die Ekopak biedt, geeft de doorslag voor veel bedrijven om met ons in zee te gaan. En omdat onze installatie data uitwisselt, kan er bij een kwaliteitsverandering automatisch proactief worden ingegrepen. Tegelijk daalt de waterprijs voor bedrijven met 30 tot 40 procent omdat wij water fit for purpose leveren en ze geen extra chemicaliën nodig hebben voor waterzuivering – vaak een verdoken kost, omdat water daardoor nog eens extra gezuiverd moet worden. Er is ook maar één waterkwaliteit in het leidingwaternetwerk, waarop een bedrijf dan allerlei bewerkingen moet uitvoeren.’
Heeft jullie snelle Europese expansie – met dit jaar een bijzondere focus op Frankrijk – nog meer hefbomen?
Pieter Loose: ‘Topsectoren in België zijn farma, voeding, textiel en chemie. Die worden de komende jaren bedolven onder een berg regelgeving over energie- en ook waterverbruik. Komt er morgen een nieuwe watergerelateerde richtlijn, dan is het Ekopakmodel ideaal omdat wij zo sterk data- en AI-gebaseerd zijn. In Frankrijk is er nu het ‘Plan Eau’. Uiteindelijk vloeit dat voort uit de Europese Green Deal. In België wordt die vertaald in de ‘Blue Deal’. In Spanje en Italië komen er ook plannen en er is wereldwijd actie nodig. De industrie begint aan een enorme sprong voorwaarts omdat het moét. Vanaf 2025 moeten er geïntegreerde jaarverslagen komen die gedetailleerd de waterhuishouding beschrijven. Er komt controle op waterverbruik. Evengoed zijn consumenten mondig geworden en nieuwe generaties vinden het belangrijk om duurzaam te kopen. Hele sectoren voelen acuut de noodzaak om die trend te overleven.’
Het waterproject bij TotalEnergies in het Franse Grandpuits is volledig gebaseerd op het Water-as-a-Service model. Hoe belangrijk is dat?
Pieter Loose: ‘Ekopak zal de klant volledig ontzorgen op vlak van watergebruik voor een contractperiode van 15 jaar. Onze klanten in Frankrijk – zoals EDF of Borealis – kenden ons al van in België. Mond-tot-mondreclame is belangrijk. Mooi is dat die Franse bedrijven openstaan voor innovatie vanuit Vlaanderen. We staan bekend om ons bier en onze chocolade, maar wat ons betreft komt daar ook water bij. Vlaanderen is een kleine regio met waterschaarste, een enorm grote bevolkingsdichtheid en een extreem waterintensieve industrie. Onze oplossingen lopen in het buitenland in de kijker.
Bovendien maakt de overheid deel uit van ons netwerk en dat maakt indruk. Ook Vlaanderen zelf staat open voor waterinnovatie, maar het is belangrijk dat u kunt aantonen dat u samen met de overheid dingen in beweging krijgt. We hebben voorsprong, maar we moeten die ook behouden met een mooi exportproduct gebaseerd op technologie én knowhow op het vlak van samenwerking met bedrijven en overheden. Voor ons model gaat het letterlijk én figuurlijk over netwerken bouwen. Er komt veel stakeholdermanagement bij kijken.’
In een interview zegt u dat onze 4 belangrijkste industrieën - chemie, farma, voeding en textiel - dé waterverslinders zijn. Is dat in de landen waarop jullie dan mikken ook het geval en waar liggen daar de grootste kansen?
‘Laten we het hebben over de tegenstelling tussen traditionele en nieuwe industrie’, buigt Pieter Loose het gesprek om. ‘We focussen graag op petrochemie of textiel, maar een batterijfabriek, een waterstofunit of een Google datacenter heeft ook water nodig. In de Antwerpse haven hebben we een concessie om een duurzame waterfabriek te bouwen: het project Waterkracht. Omdat waterstof de toekomst wordt voor de haven, kunnen wij ons daar nu al positioneren. Voor alle nieuwe industrieën die er komen, is er maar één constante behoefte: water.’
U had het net over publiek-private samenwerking. Waterkracht is er een van, net als Circeaulair.
Pieter Loose: ‘De industrie heeft circulair water nodig. Voor een waterinfrastructuurnetwerk dat aansluit op onze waterzuiveringsinstallaties zijn er langetermijncontracten nodig en dan komt de overheid in beeld. Circulair water, noem het geüpcycled of heropgewaardeerd, is het enige water dat altijd beschikbaar is en dezelfde waterkwaliteit behoudt. Bedrijven overtuigen om mee te stappen in dergelijke projecten gaat vlotter wanneer het succes van een PPS toetsbaar wordt. Circulaire economie as such is ook een economie van samenwerking en partnerships. Een bedrijf dat circulair wil werken, heeft snel door dat het gaat over een uitwisseling van producten of diensten. Die optimaal regelen kan alleen via partnerships. Voorlopig trekt het vooral grote bedrijven aan, maar ook kleine bedrijven met een nood aan grote volumes water met een welbepaalde kwaliteit, kunnen baat hebben bij een circulair waternetwerk.’
Is het ondernemersverhaal van Pieter Loose bezig aan een exponentiële versnelling? En gaat de groei niet wat té snel voor Ekopak?
Pieter Loose (denkt na): ‘Er zijn volop opportuniteiten en projecten, voor Ekopak gaat het momenteel hard. Iedereen begint het waterrisico onder ogen te zien. Wat de krant De Tijd schreef in maart, las ik ook: de verliezen bij Ekopak lopen op door de snelle expansie. Dat is eigen aan een groeibedrijf. We bouwen onze fabrieken, maar we hebben nog geen inkomsten. Het is een technisch verlies, want de volgende jaren zijn de kosten afgeschreven en houden we de opbrengst over. Als we geen verlies zouden draaien, hadden we stilgezeten (lacht). Maar het bedrijf wordt nu zo groot dat onze verliezen automatisch verdwijnen dankzij de omzet die we creëren. Dat is het verschil tussen verlies maken en geld kwijt zijn.’
‘We willen in één generatie de industrie loskoppelen van het waterleidingnetwerk’, geeft Pieter Loose nog mee. ‘We zijn nu ons nieuwe hoofdkwartier aan het bouwen in Deinze, zodat we nog meer personeel kunnen aanwerven. Maar vooral willen we binnen 2 jaar op ieder continent actief zijn – en impact creëren.’
Foto: Lieven Van Assche