Nieuwe regeling voordeel alle aard gratis woonst: hebt u te veel belasting betaald in het verleden?
Het voordeel van alle aard voor de gratis terbeschikkingstelling van een woning aan een werknemer of aan de bedrijfsleider wordt forfaitair berekend. De berekening van dat voordeel was in het verleden afhankelijk van de verstrekker van het voordeel. Als de verstrekker een rechtspersoon was, werd de formule verhoogd met een coëfficiënt die varieerde afhankelijk van het niet-geïndexeerde kadastraal inkomen van de woning.
Verschillende hoven van beroep hebben dat onderscheid discriminerend bevonden. De administratie legde zich bij die ongrondwettelijkheid neer in haar circulaire van 15 mei 2018. Bijgevolg moest er geen coëfficiënt meer worden toegepast.
Vervolgens werd er bij Koninklijk Besluit van 7 december 2018 rechtszekerheid geboden en werd de coëfficiënt 2 ingevoerd vanaf 1 januari 2019, ongeacht of de verstrekker van het voordeel een natuurlijke persoon of rechtspersoon is.
Wat met de eventueel te veel betaalde belasting?
Welke stappen kan de belastingplichtige nog ondernemen om de belasting die hij te veel betaalde tot 2018 terug te vorderen? Een bezwaarschrift werd altijd aanvaard door de administratie. Maar wat als de gewone bezwaartermijn van zes maanden verstreken is? Kan de te veel betaalde belasting dan nog worden teruggevraagd via een ambtshalve ontheffing?
Een verzoek tot ambtshalve ontheffing moet gebeuren binnen de vijf jaar, te rekenen vanaf 1 januari van het jaar waarin de belasting is gevestigd. Bovendien is een ambtshalve ontheffing maar mogelijk in een aantal specifieke gevallen, bijvoorbeeld als er zich een nieuw rechtsfeit voordoet.
De administratie gaat er tot op heden van uit dat een ambtshalve ontheffing niet mogelijk is, omdat wettelijk is bepaald dat een wijziging in de rechtspraak geen nieuw rechtsfeit is.
Grondwettelijk hof versus ‘gewone’ rechter
Wanneer het grondwettelijk hof vaststelt dat een bepaalde regeling ongrondwettig is, is er wel sprake van een nieuw rechtsfeit. Dan is ambtshalve ontheffing wel mogelijk. Wanneer een rechtbank of hof van beroep dat doet, is er geen sprake van een nieuw rechtsfeit en is ambtshalve ontheffing niet mogelijk. Kan die verschillende behandeling als discriminerend worden aanzien?
Daarover bestaat verdeeldheid. Verschillende rechtbanken en hoven van beroep hebben het in een prejudiciële vraag voorgelegd aan het grondwettelijk hof. De rechtbank van Brussel en het hof van beroep van Antwerpen geven bovendien meer gewicht aan de ongrondwettigheid door ook te wijzen op het feit dat de administratie zich neerlegde bij de ongrondwettigheid en de Koning inmiddels een nieuwe regeling heeft goedgekeurd.
Het is afwachten wat het antwoord van het grondwettelijk hof op de prejudiciële vraag zal zijn. Voorlopig onbeslist dus. We volgen dit verder voor u op.
Hebt u hierover nog vragen? Uw private banker of wealth officer is uw eerste aanspreekpunt. Zo nodig schakelt hij een expert Financiële Planning Ondernemen in.
Of vraag een afspraak aan voor een eerste kennismakingsgesprek, volledig vrijblijvend.
Wenst u op de hoogte te blijven van onze nieuwsberichten?
Disclaimer
Dit blogbericht mag niet worden beschouwd als een beleggingsaanbeveling of advies.