Van afval maken we grondstoffen
Plastic afval uit de blauwe pmd-zak en van het containerpark wordt door RAFF Plastics verwerkt tot korrels die als grondstof dienen voor nieuwe producten. CEO Caroline Van der Perre ziet dat recyclage in de lift zit.
Vroeger mocht het niet geweten zijn dat onze klanten producten maakten met gerecycleerde plastics, vandaag pakken ze er mee uit.
CEO Caroline Van der Perre
Caroline Van der Perre (44) is de CEO van RAFF Plastics, dat plasticafval recycleert tot grondstoffen voor nieuwe producten. Haar vader Raf richtte de onderneming op in 1976, Caroline stapte ruim twintig jaar geleden in. ‘Het bedrijf is mijn levensverhaal. We woonden naast de fabriek, mijn ouders werkten hard, mijn zus en ik werkten mee. ’s Avonds namen we de telefoons aan van leveranciers en klanten. Vanaf mijn veertiende begon ik elke vakantie mee te werken in de fabriek. Ik deed dat graag. De voorbije twintig jaar heb ik van alles gedaan in het bedrijf: algemene administratie, digitalisering, commerciële functies, het zoeken van nieuwe afvalleveranciers. Nu sta ik in voor de algemene leiding, maar ik ben nog vaak op de baan om leveranciers en klanten te bezoeken. We zijn dan misschien wel een grote onderneming, maar in wezen is RAFF Plastics nog altijd een kmo en een puur familiebedrijf. Ik hoop dat ook zo te houden.
Ik zal mijn 2 dochters, nu 21 en 16 jaar oud, zeker niet pushen maar ik vind het wel belangrijk te zeggen dat de deur voor hen openstaat. In recycling zit nog veel potentieel en toekomst en het is belangrijk dat er op tijd verjonging komt. Doordat ik in het bedrijf kwam, kan mijn vader langer aan de slag blijven. Hij is nu 70 en staat nog altijd aan het hoofd van Socaplast, dat op dezelfde site gevestigd is en PVB recycleert. Het is fijn om te kunnen samenwerken. Ik kan nog altijd een beroep doen op zijn advies. We wisselen veel informatie uit. Als bestuurder van Denuo, de Belgische Federatie van de Afval- en Recyclagesector, ben ik op de hoogte van de evoluties in de sector, bijvoorbeeld op het vlak van wetgeving. Die kan ik dan implementeren bij onze twee bedrijven. Mijn vader en ik zijn een goede match.’
Hoe is uw vader indertijd in de recyclagesector terechtgekomen?
‘Hij werkte aanvankelijk met nieuwe materialen waaruit hij pvc-korrels maakte die als grondstof dienden voor andere ondernemingen. In het begin van de jaren tachtig heeft een brand zijn bedrijf verwoest. Uit financiële overwegingen is hij op zoek gegaan naar een alternatief voor de dure grondstoffen voor de korrels. Zo is hij in recycling terechtgekomen, hij was een echte pionier. Hij werd toen nog betaald om de afvalstromen op te halen, zo heeft hij een doorstart kunnen maken. Naast pvc is hij ook naar andere kunststofsoorten gegaan.’
RAFF Plastics en Socaplast zijn gevestigd in het West-Vlaamse Houthulst. Liggen de roots ook hier?
‘Nee, mijn vader is gestart in Londerzeel, in Vlaams-Brabant. Dat was een ideale locatie voor recycling want zowat elke gemeente in de regio had een eigen brouwerij. In de jaren tachtig en negentig was RAFF Plastics zeer actief in het recycleren van bierbakken die stuk waren of aan vernieuwing toe uit marketingoverwegingen. Het was ook de periode waarin glazen flessen voor frisdrank of melk vervangen werden door PET-flessen of blikjes, dus ook alle bakken voor die glazen flessen kwamen bij het afval terecht. We hebben vandaag trouwens nog altijd een kleine vestiging in Londerzeel voor het recycleren van bierbakken. Maar de kern van onze activiteiten is verhuisd naar Houthulst, eigenlijk per toeval. In Londerzeel en in Brecht, waar we indertijd ook een productie-eenheid hadden, waren er geen uitbreidingsmogelijkheden. We zochten een industriegrond of een pand in Vlaams-Brabant of Antwerpen. En toen kwam er in Houthulst een bedrijfsgebouw vrij van een concullega die failliet was gegaan, ideaal voor recyclageactiviteiten. Het was familiaal niet makkelijk om het bedrijf naar hier te verhuizen, maar twintig jaar later kan ik zeggen dat het een goede beslissing was. Op het industrieterrein hier zijn we kunnen groeien, we hebben grond en gebouwen van buren kunnen bijkopen. We kunnen hier ook 24/7 produceren.’
Welk plasticafval recycleert het bedrijf?
‘Mijn vader was vooral actief met productie-uitval, dat wil zeggen met overschotten uit bedrijven of zaken met productiefouten, eigenlijk de schonere uitval die als grondstof kon dienen voor ons. 10 jaar geleden hebben we de switch gemaakt naar consumentenafval. We recycleren nu sommige plastics uit de pmd-zak en van het containerpark. We zamelen niet in, we sorteren en wassen niet. Het afval komt bij ons schoongemaakt en gesorteerd per kunststofsoort binnen. We zijn gespecialiseerd in vier kunststofsoorten, elke soort heeft specifieke eigenschappen en moet op een andere manier gerecycleerd worden.’
Wat gebeurt hier met dat afval?
‘Wij maken er klantspecifieke granulaatkorrels van. Het materiaal wordt hier gesmolten, we voegen kleurstoffen of andere additieven toe, afhankelijk van de behoeften van de klant. Van wat bij ons vertrekt, maken onze klanten direct hun eindproduct, ze hoeven er niet zelf nog eens van alles mee te doen of aan toe te voegen. Wij maken dus van afval grondstoffen voor nieuwe producten. Onze korrels worden met 100 procent recyclagemateriaal gemaakt.’
Wat produceren jullie klanten?
Van alles. Hondenmanden, bakjes voor de tuinbouw, vuilnisbakken, glijbanen, wasmanden enzovoort.’
Het imago van de afvalrecyclingsector is flink verbeterd.
Zijn het vooral binnenlandse klanten of is RAFF Plastics ook actief over de grenzen?
‘Onze belangrijkste markt is de Benelux, in West-Vlaanderen is er veel kunststofverwerkende industrie. We leveren ook aan Polen, Italië, Israël. Het is altijd afwegen of het transport van granulaten over vele duizenden kilometers wel zin heeft met het oog op het beperken van onze CO2-uitstoot. We hebben trouwens ook een eigen transportonderneming Carotrans met tien vrachtwagenchauffeurs. Ik heb na mijn studies marketing mijn attest van vakbekwaamheid voor een transportbedrijf gehaald, in 2000 hebben we Carotrans opgericht. Onze chauffeurs brengen de granulaten naar de klanten in de Benelux en we zoeken in de omgeving naar afvalstromen om retour mee te nemen voor onze eigen productie. Het is een extra dienstverlening voor onze klanten en onze leveranciers. Met afval rijden is ook onderworpen aan specifieke reglementering. Dat zelf in de hand hebben, is een meerwaarde.’
Hoe is plasticrecyclage geëvolueerd? Is veel van het werk in de fabriek geautomatiseerd?
‘Er komt nog altijd veel handenarbeid bij kijken. Afval van containerparken en pmd-zakken komt gesorteerd en gewassen binnen, maar sommige stromen halen we rechtstreeks bij bedrijven op. Avocadokratjes bijvoorbeeld komen hier in balen geperst en onvermalen aan. Daar komt nog sorteerwerk aan te pas. Van bepaalde bakjes uit de Renaultfabriek moeten nog alle klemmetjes gehaald worden. We hebben dus behoorlijk veel werknemers. Voor RAFF Plastics en Socaplast samen werken een honderdtal mensen.’
De economie moet circulair worden, het belang van recyclage zal dus alleen maar toenemen. Merkt u dat?
‘Productdesigners beginnen meer en meer de vraag te stellen of hun product aan het eind van de cyclus gerecycleerd kan worden. Vroeger gebeurde dat niet. Ook het gedrag van de consument geeft onze sector een enorme boost. Hij heeft steeds meer oog voor de recyclagemogelijkheden van de producten die hij koopt en voor producten die gemaakt zijn van gerecycleerd materiaal. Het imago van de afvalrecyclingsector is flink verbeterd. Vroeger mocht het niet geweten zijn dat onze klanten hun producten maakten van recyclagemateriaal, nu pakken ze daarmee uit. Dat is fantastisch.’
Aan de andere kant heeft plastic ook geen goed imago als het over vervuiling van land en water gaat. Hoe kijkt u daarnaar?
‘Het gedrag en bewustzijn van de consument mogen dan wel ten goede evolueren, tegelijkertijd blijft hij het belangrijkste probleem. Plastics zijn in veel gevallen een goede oplossing, bijvoorbeeld voor het bewaren van voedingsmiddelen of voor het maken van stevige producten die lang meegaan zoals wasmanden. Als de consument alles goed sorteert, zijn er heel veel recyclagemogelijkheden. Als ik eens les geef in een school vermeld ik vaak het voorbeeld van de folie rond de komkommer. Die zorgt ervoor dat de groente langer goed blijft en helpt op die manier tegen voedseloverschotten en het weggooien van voeding. Als de folie nadien goed gesorteerd wordt, is hij perfect te recycleren. Wij, de consumenten, zijn de vervuilers, wij kunnen er iets aan doen. In die context is de uitbreiding van de blauwe zak een zeer goede zaak. We zullen meer en meer plasticstromen recycleren. Maar voor sommige stromen zal dat moeilijk blijven. Ik neem naar de scholen ook altijd een lasagne mee om aan te tonen dat we wel heel veel verwachten van plastic. De verpakking moet helpen voor het langer bewaren, je moet ze kunnen koelen en opwarmen. En dus heb je multi-layer plastic nodig, dat moeilijker te recycleren is.’