Wat zijn forfaitaire beroepskosten?
Voor een belastingplichtige is het niet altijd mogelijk (of interessant) om zijn werkelijke beroepskosten te bewijzen. Het bedrag van je onkosten moet je namelijk met bewijsstukken kunnen aantonen. Daarom werden de ‘forfaitaire beroepskosten’ in het leven geroepen. Het grote voordeel daarvan is dat je altijd recht hebt op de aftrek van het forfait, zelfs als je werkelijke beroepskosten in de realiteit veel lager liggen. De forfaitaire kosten zijn dus eigenlijk een minimum waar je sowieso recht op hebt.
Kom ik in aanmerking voor de aftrek van forfaitaire beroepskosten?
Het kostenforfait is niet van toepassing op zelfstandigen. Zij zijn dus verplicht hun werkelijke beroepskosten te bewijzen. Maar voor de volgende beroepsinkomsten kun je wél een forfait aftrekken:
- je bezoldiging als loon- of weddetrekkende,
- je bezoldiging als bedrijfsleider,
- je bezoldiging als meewerkende echtgenoot/echtgenote,
- je baten als vrije beroeper, of van een ambt, post of andere winstgevende bezigheid.
Kan ik beide (werkelijke beroepskosten en forfaitaire beroepskosten) aftrekken?
Je kunt je werkelijke beroepskosten en het kostenforfait niet combineren . Wat je daarentegen wel kunt doen, is van jaar tot jaar veranderen. Zo kun je er bijvoorbeeld voor kiezen om dit jaar je werkelijke kosten te bewijzen, terwijl je volgend jaar voor het kostenforfait kiest als dat interessanter is.
Hoe worden de forfaitaire beroepskosten berekend?
Voor bedrijfsleiders of meewerkende echtgenoten worden de forfaitaire kosten berekend:
- na aftrek van de sociale zekerheidsbijdrage,
- na aftrek van de in het buitenland op beroepsinkomsten betaalde belastingen.
Op dat bedrag worden vervolgens vaste percentages toegepast om tot het kostenforfait te komen:
- Voor bedrijfsleiders geldt een algemeen percentage van 3%.
- Voor meewerkende echtgenoten een percentage van 5%.
Belastingplichtigen met een groot bedrag aan beroepsinkomsten hebben op basis van deze berekening recht op een enorm forfait. Om dat toch enigszins te temperen, wordt het kostenforfait ietwat beperkt.
- Voor bedrijfsleiders bedraagt het absoluut maximum 2 340 euro (voor aanslagjaar 2014).
- Voor bezoldigingen van meewerkende echtgenoten bedraagt het absolute maximum 3 670 euro (voor aanslagjaar 2014).
Wat als ik inkomsten heb uit verschillende beroepsactiviteiten?
Wanneer je inkomsten haalt uit verschillende beroepsactiviteiten, hangt het ervan af of die activiteiten al dan niet tot dezelfde categorie behoren:
- Behoren je beroepsactiviteiten tot dezelfde categorie, dan worden die inkomsten samengeteld: ofwel pas je eenmaal het kostenforfait toe ofwel bewijs je je werkelijke kosten.
- Als je uit verschillende categorieën beroepsinkomsten haalt, heb je voor elk daarvan recht op een kostenaftrek. Je kunt voor elke categorie afzonderlijk beslissen of je het forfait toepast of je werkelijke beroepskosten bewijst. Trek je voor een categorie je werkelijke beroepskosten af, dan moet je wel kunnen aantonen dat er daarin geen kosten begrepen zitten die je al bewezen hebt voor een andere categorie.