Sterke groei economie eurozone verhult groeipijnen
Volgens de voorlopige flashraming van Eurostat is het reële bbp in de eurozone in het tweede kwartaal van 2024 met 0,3% toegenomen tegenover het eerste kwartaal, toen ook al een groei van 0,3% tegenover het laatste kwartaal van 2023 werd opgetekend. Beide groeicijfers staan in schril contrast met de quasi stagnatie tijdens de vijf voorgaande kwartalen (figuur 1), en wijzen erop dat het verwachte economisch herstel vorm krijgt. Beide groeicijfers waren ook iets sterker dan verwacht. Maar dat betekent nog niet dat het herstel zich ook krachtiger dan verwacht aandient. Een aantal elementen verhullen immers groeipijnen.
Vooreerst moet worden opgemerkt dat het groeicijfer van het tweede kwartaal enigszins is geflatteerd door de forse groei van het Ierse reële bbp (+1,2% tegenover het eerste kwartaal). Ierse groeicijfers zijn erg volatiel en vaak beïnvloed door activiteiten van multinationale ondernemingen, ook buiten Ierland of de eurozone. Daardoor vertroebelen ze soms het beeld van de economische dynamiek in de eurozone. Het groeicijfer van het reële bbp van de eurozone, exclusief Ierland, bedroeg in het tweede kwartaal 0,2%, en dat cijfer ligt meer in lijn met de verwachting van een geleidelijk economisch herstel.
Zoals in de voorgaande kwartalen maskeert het groeicijfer van de eurozone als geheel bovendien nog altijd belangrijke verschillen tussen de landen onderling. In dat verband springt de nieuwe, weliswaar lichte krimp van de Duitse economie in het oog (-0,1%). Na de sterker dan verwachte groei in het eerste kwartaal werd enige vertraging verwacht, doch niet in die mate. Volgens de commentaar van Destatis, het Duitse Instituut voor de Statistiek, waren vooral de terugval van de investeringen van bedrijven in machines en uitrustingsgoederen en de achteruitgang in de bouw verantwoordelijk voor de terugval van het reële bbp. Het wijst erop dat de Duitse economie niet alleen kampt met structurele problemen, maar ook met een gebrek aan vertrouwen. Dat kwam overigens ook tot uiting in de recente enquêtes bij de aankoopdirecteuren (PMI) en de vertrouwensindicator van de Europese Commissie.
Bij de grote landen was Spanje andermaal de sterkhouder van de groei. Een sterke binnenlandse én buitenlandse vraag stuwden er het reële bbp in april-juni voor het tweede opeenvolgende kwartaal 0,8% hoger dan een kwartaal eerder.
Met 0,3% lag de groei van het reële bbp in Frankrijk een beetje hoger dan verwacht. Maar dat had volgens het Franse instituut voor de statistiek (Insee) in belangrijke mate te maken met de uitvoer van een nieuw schip. De particuliere consumptie maakte in Frankrijk een pas op de plaats, terwijl de investeringen na de terugval in het eerste kwartaal slechts een bescheiden groei (+0,1) lieten optekenen.
De Italiaanse economie expandeerde, zoals verwacht, met 0,2%, net als de Belgische overigens. De Nederlandse groeicijfers zijn nog niet gepubliceerd.
Het groeicijfer van 0,3% bevestigt dus dat de verwachting van een economisch herstel in de eurozone wordt ingelost. Maar een nauwere analyse van de – vooralsnog schaars beschikbare – detailinformatie bevestigt ook dat dit met groeipijnen gepaard gaat. In het bijzonder blijft het wachten op overtuigende tekenen van een breed gedragen groei van de particuliere consumptie, waarvan het aan de gang zijnde koopkrachtherstel van de lonen de motor zou moeten zijn. (Politieke) onzekerheid kan dat herstel evenwel bemoeilijken. Daarnaast temperen de vooralsnog aanhoudende malaise in de Duitse economie en de op til zijn begrotingssanering in een aantal eurolanden de verwachtingen omtrent de kracht van het herstel.
Hebt u hierover nog vragen?
Uw prinvate banker of wealth managers helpt u graag verder.