Je hebt een eindafrekening van je sociale bijdragen als zelfstandige ontvangen. Maar hoe wordt die eindafrekening nu berekend? We zetten even alles op een rijtje.
1. Wat is een eindafrekening?
Een eindafrekening sociale bijdragen is het verschil van de voorlopige en de definitieve bijdragen. Het bedrag van je definitieve bijdragen berekent je sociaal verzekeringsfonds op basis van je werkelijke jaarinkomen. Het bedrag van je voorlopige bijdragen wordt berekend volgens je inkomen van drie jaar geleden.
Heb je dit jaar meer of minder verdiend dan drie jaar geleden? Dan wordt dat verschil in je bijdragen rechtgezet met een eindafrekening.
De voorlopige sociale bijdragen betaal je in de loop van het jaar, volgens je inkomen van drie jaar geleden. Die voorlopige bijdragen kun je laten verhogen of verminderen. Zo kun je je bijdrage afstemmen op je werkelijke inkomen van dit jaar.
De berekeningsbasis van de voorlopige bijdragen is je geïndexeerde inkomen van drie jaar geleden. Houd daarmee rekening wanneer je het bedrag van je voorlopige bijdragen wilt aanpassen.
2. Hoe wordt de eindafrekening berekend?
Je definitieve sociale bijdragen worden berekend op je inkomen van het bijdragejaar zelf, zonder indexering. Op dat inkomen betaal je in 2017 een bijdrage van 21% per jaar.
In het eerste jaar activiteit is dat 20,5%. Vanaf 2018 bedraagt het bijdragepercentage voor elke zelfstandige 20,5%. Het sociaal verzekeringsfonds berekent ook beheerskosten op die bijdrage.
De voorlopige bijdragen die je betaalde als voorschotten worden afgetrokken van je definitieve sociale bijdragen.
Daarnaast kan het zijn dat je in het bijdragejaar een persoonlijke ‘reserve’ hebt opgebouwd. Die reserve kan ontstaan zijn op verschillende manieren:
- Je betaalt vrijwillig hogere bijdragen op basis van een door jou geschat inkomen
- Je doet spontane voorafbetalingen
- Je bent van bijdragecategorie veranderd (bv. van bijberoep naar hoofdberoep)
- Je krijgt een vermindering van je voorlopige bijdragen nadat je hebt betaald op basis van je inkomsten van drie jaar geleden: dat saldo gaat naar je reserve
Het bedrag van de reserve wordt afgetrokken op je eindafrekening.
Heb je op het einde van de rit te veel voorlopige bijdragen betaald? Dan ontvang je een terugbetaling. Heb je te weinig voorlopige bijdragen betaald? Dan moet je nog bijbetalen. Daarvoor krijg je één kwartaal uitstel van betaling.
Het huidige bijdragesysteem van de zelfstandigen is ingevoerd in 2015. Tot en met 2014 betaalde je sociale bijdragen op je beroepsinkomen van drie jaar geleden. Die bijdragen konden niet worden aangepast of opnieuw berekend.
3. Wat als je in het bijdragejaar geen vier kwartalen zelfstandige was?
Ben je in het bijdragejaar minder dan vier kwartalen zelfstandige? Dan wordt je inkomen omgerekend naar een inkomen op jaarbasis. Daardoor ligt de berekeningsbasis hoger dan het werkelijke inkomen. Dat zorgt ervoor dat je een bijdrage betaalt van 21% (in 2017) op je werkelijke inkomen, zoals iedere zelfstandige. Die omweg is nodig om met een vast bijdragepercentage per kwartaal te kunnen werken.
4. Waarom krijg je verhogingen?
Als je altijd de voorgestelde bijdragen betaalt, krijg je nooit verhogingen. Ook niet als achteraf blijkt dat je werkelijke inkomen een stuk hoger ligt. Zo speel je dus op safe.
Vraag je en krijg je in het bijdragejaar een vermindering? Dan houd je je inkomsten het best goed in de gaten. Is je inkomen toch hoger dan de toegelaten verminderingsgrens? Dan doe je het best voor het einde van het bijdragejaar de nodige bijbetalingen. Zo vermijd je dat je de bijbetaling bij de eindafrekening moet doen, mét verhogingen.
Die verhogingen beginnen te lopen op 1 januari volgend op het bijdragejaar. Ze bestaan uit een eenmalige jaarverhoging van 7% en een verhoging van 3% per kwartaal dat de betaling vertraagd is. Dat maakt dat de verhogingen kunnen oplopen.
5. Hoe kun je een eindafrekening in de toekomst vermijden?
Het is de bedoeling dat je als zelfstandige je voorlopige bijdragen zo goed mogelijk afstemt op het werkelijke inkomen. Je kunt in het bijdragejaar zelf al hogere voorafbetalingen doen of een vermindering vragen. Zo kom je bij je eindafrekening niet voor grote verrassingen te staan.