Je moet je gezinslasten vermelden opdat de fiscus kan berekenen op welke toeslagen op de belastingvrije som je recht hebt.
De basisbelastingvrije som bedraagt in aanslagjaar 2022 voor iedereen 9.050,00 euro.
De toeslagen op de belastingvrije som voor kinderen ten laste bedragen in aanslagjaar 2022 voor:
1 kind: 1.650,00 euro; 2 kinderen: 4.200,00 euro; 3 kinderen: 9.500,00 euro; 4 kinderen: 15.360,00 euro; elk bijkomend kind 5.860,00 euro (gehandicapte kinderen worden voor twee gerekend).
Fiscaal alleenstaanden met kinderen ten laste of in co-ouderschap hebben recht op een extra toeslag van 1.650,00 euro in aanslagjaar 2022 (ongeacht het aantal kinderen ten laste).
Voor ascendenten en zijverwanten tot en met de tweede graad (broers en zussen) die ten laste zijn, bedroeg de toeslag op de belastingvrije som 1.630,00 euro in aj. 2021. Dit bedrag werd opgetrokken tot 3.270,00 euro als zij ten minste 65 jaar oud waren in aj. 2021. Voor een zwaar gehandicapte werden de toeslagen van respectievelijk 1.630,00 euro en 3.270,00 euro verdubbeld.
Vanaf dit aanslagjaar kan een (groot)ouder of broer/zus ten laste die ouder is dan 65 jaar, maar niet ‘zorgbehoevend’ is, in principe enkel nog recht geven op de gewone belastingvrije toeslag van 1.650,00 euro (aj. 2022).
De toeslag wordt wel verhoogd voor (groot)ouders of broers/zussen die ouder zijn dan 65 jaar én zorgbehoevend zijn, met name tot 4.940,00 euro, maar een verminderde zelfredzaamheid van ten minste 9 punten is hiervoor vereist!
Aangezien de nieuwe regeling in veel gevallen nadelig is, werd er wel in een overgangsregeling voorzien voor belastingplichtigen die op 1 januari 2021 de (groot)ouder of broer/zus ouder dan 65 jaar reeds ten laste hadden.
- Zo kan een niet-zorgbehoevende ‘oudere ten laste’ nog tot en met aj. 2025 recht blijven geven op de belastingvrije toeslag van 3.290,00 euro, op voorwaarde dat de oudere in de aangifte van aj. 2021 fiscaal ten laste werd genomen.
- Er werd ook in een overgangsregeling voorzien voor zwaar gehandicapte ouderen ten laste. Als u op 1 januari 2021 een zwaar gehandicapte (groot)ouder of broer/zus ouder dan 65 jaar ten laste had, kunt u nog tot en met aj. 2025 genieten van de oude regeling, d.w.z. een dubbele oude belastingvrije toeslag van in totaal 6.580,00 euro (2 x 3.290,00 euro) voor deze persoon ten laste.
Personen kunnen enkel fiscaal ten laste worden genomen als ze deel uitmaken van uw gezin op 1 januari van het aanslagjaar (dus op 01-01-2022 voor inkomstenjaar 2021) en slechts beperkte netto bestaansmiddelen hebben. Kinderen van gehuwden of wettelijke samenwonenden en ascendenten/zijverwanten mochten in 2021 maximaal 3.410,00 euro netto bestaansmiddelen hebben. Een kind van een alleenstaande of feitelijk samenwonende ouder mocht tot 4.920,00 euro bestaansmiddelen ontvangen.
Voor het vaststellen van het bedrag van de bestaansmiddelen wordt echter geen rekening gehouden met bepaalde inkomsten, waaronder (o.a.):
- Brutopensioenen van de (groot)ouders, broers of zussen die op 1 januari 2022 65 jaar of ouder waren, tot 27.430,00 euro
- Onderhoudsgelden en wezenrenten die kinderen ontvangen tot 3.410,00 euro
- Inkomsten uit een arbeidscontract voor studenten tot een brutobedrag van 2.840,00 euro.
Gelet op de coronacrisis, worden de volgende bezoldigingen die zijn verkregen door studenten bovendien ook niet beschouwd als bestaansmiddelen:
- Tijdens het eerste en tweede kwartaal (1 januari tot en met 30 juni) van 2021 gepresteerde uren studentenarbeid in het onderwijs en de zorgsector
- En tijdens het derde kwartaal (1 juli tot en met 30 september) van 2021 gepresteerde uren studentenarbeid, ongeacht de sector waarin de studentenarbeid is gepresteerd.